“Verweren
Het strafrechtelijk verwijt dat verdachte wordt gemaakt luidt - kort gezegd - dat zij zich op 24 mei 2011 in Drachten schuldig heeft gemaakt aan witwassen.
Uit het dossier blijkt - voor zover hier van belang - het volgende.
Op 24 mei 2011 troffen verbalisanten in Drachten een blauwe VW Passat en een rode VW Transporter aan. In en bij de voertuigen werden zes personen aangetroffen; verdachte, haar man, twee broers en haar ouders. Tijdens de aanhouding bevond verdachte zich in de VW Passat. In een tas in de rode VW Transporter werden Iphones aangetroffen, elk afzonderlijk verstopt in kledingstukken. Een aantal van de aangetroffen Iphones bleek afkomstig van diefstallen in Zweden.
Verdachte heeft op 11 augustus 2011 tegenover de verbalisanten verklaard dat zij en haar broers en man vanuit Zweden - via Denemarken - naar Nederland zijn gereden. Zij heeft ook verklaard dat zij samen met een van haar broers in Zweden Iphones heeft gestolen.
Verdachte heeft voorts verklaard dat zij in Denemarken de telefoons tussen de kleding en in een tas in de rode VW Transporter heeft verstopt. Vervolgens zijn zij, haar moeder, broers en man met beide auto's naar Nederland gereden, alwaar haar vader zich bij hen voegde.
De raadsman heeft aangevoerd dat de verklaringen van verdachte als niet betrouwbaar kunnen worden aangemerkt en daardoor niet voor het bewijs kunnen worden gebruikt.
Verdachte heeft, al dan niet gedwongen door familieleden, de schuld op zich genomen om de overige familieleden vrij te pleiten, aldus de raadsman.
Het hof volgt de raadsman niet in dit verweer. Op grond van de dossierstukken en het verhandelde ter zitting bestaat onvoldoende grond om aan de juistheid van deze verklaring van verdachte te twijfelen.
Namens verdachte is ter zitting van het hof voorts aangevoerd dat niet kan worden bewezen dat verdachte het ten laste gelegde in Drachten heeft gepleegd. Dat zal hooguit in het buitenland kunnen zijn gebeurd, maar dienaangaande heeft Nederland geen rechtsmacht.
De raadsman heeft voorts de vraag opgeworpen of de handelingen die verdachte heeft verricht wel kunnen worden gekwalificeerd als het verbergen en/of verhullen van de werkelijke aard, herkomst, vindplaats, vervreemding of verplaatsing, zoals beschreven in artikel 420bis van het Wetboek van Strafrecht.
Het delict, strafbaar gesteld in artikel 420bis, eerste lid, onder a, van het Wetboek van Strafrecht, moet worden beschouwd als voortdurend delict. Dit brengt mee dat hier dit feit ook door verdachte kan worden gepleegd in Drachten, indien zij ook daar de werkelijke aard, de herkomst, de vervreemding en/of de verplaatsing verbergt en/of verhult, althans verbergt en/of verhult wie de rechthebbende op een voorwerp was en/of dat voorwerp voorhanden heeft, terwijl zij weet dat het voorwerp afkomstig is uit misdrijf.
Uit het proces-verbaal van bevindingen op pagina's 223 en 224 volgt dat verbalisanten op 24 mei 2011 in Drachten in de rode VW Transporter twee boodschappentassen met daarin kleding hebben aangetroffen. In die kleding werden in de zakken van een viertal broeken meerdere van misdrijf afkomstige Iphones aangetroffen. Een van deze Iphones was verpakt in een sok. Uit de verklaring van verdachte volgt dat zij deze Iphones in Denemarken in de kleding heeft verstopt. Het hof overweegt dat het in deze situatie niet anders kan zijn dan dat met die handelingen is bedoeld de herkomst en verplaatsing van de Iphones te verhullen.
Deze situatie heeft verdachte ook doen voortbestaan in Drachten. Gelet hierop heeft verdachte zich in Drachten schuldig gemaakt aan witwassen.”