ECLI:NL:PHR:2015:1009

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
19 mei 2015
Publicatiedatum
7 juli 2015
Zaaknummer
14/00732
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Rechters
  • Mr. Harteveld
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van bedreiging met zware mishandeling via e-mail aan een politica

In deze zaak heeft de Hoge Raad op 19 mei 2015 uitspraak gedaan in een cassatieprocedure naar aanleiding van een eerdere veroordeling van de verdachte door het gerechtshof Den Haag. De verdachte was veroordeeld voor bedreiging met zware mishandeling van M.I. Hamer, fractievoorzitter van de PvdA, na het versturen van een bedreigende e-mail op 10 februari 2010. In de e-mail werd Hamer en haar dochter bedreigd, waarbij de verdachte onder andere verwees naar oorlogsmisdaden en de veiligheid van Hamer's dochter in het geding stelde. De verdachte stelde beroep in cassatie in, waarbij hij de motivering van de bewezenverklaring aanvocht. Het hof had geoordeeld dat de bedreiging van zodanige aard was dat bij Hamer de redelijke vrees kon ontstaan voor zwaar lichamelijk letsel of de dood. De Hoge Raad bevestigde deze beoordeling en oordeelde dat de context van de bedreiging, waaronder de bekendheid van Hamer als politica en de persoonlijke aard van de bedreigingen, voldoende was om de veroordeling te rechtvaardigen. De Hoge Raad verwierp het cassatiemiddel, waarbij werd opgemerkt dat de argumenten van de verdachte niet voldoende waren om de eerdere uitspraak te ondermijnen. De conclusie van de procureur-generaal was dat er geen gronden waren voor vernietiging van het bestreden arrest.

Conclusie

Nr. 14/00732
Zitting: 19 mei 2015
Mr. Harteveld
Conclusie inzake:
[verdachte]
1. Na verwijzing door Uw Raad [1] heeft het gerechtshof Den Haag bij arrest van 27 januari 2014 de verdachte ter zake van
bedreiging met zware mishandeling
veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van één week met een proeftijd van twee jaren, onder aftrek als bedoeld in art. 27 Sr.
2. Namens de verdachte heeft mr. T. Sönmez, advocaat te Rotterdam, beroep in cassatie ingesteld en heeft mr. M.L. Groeneveld, eveneens advocaat te Rotterdam, bij schriftuur één middel van cassatie voorgesteld.
3. Het
middelklaagt over de motivering van de bewezenverklaring.
3.1. Ten laste van de verdachte is bewezenverklaard dat:
“hij op 10 februari 2010 te Dordrecht, althans in Nederland, M. Hamer heeft bedreigd met zware mishandeling, immers heeft verdachte opzettelijk dreigend een e-mail aan voornoemde Hamer verstuurd met de navolgende inhoud:
“Namens alle slachtoffers en doden in Irak bedanken wij U en de PvdA voor het steunen van deze illegale oorlog. Ook namens het CDA bedanken wij de PvdA voor het steunen van J.P. Balkenende… Dankzij U komt het CDA weg met deze oorlogsmisdaad jegens de mensheid. Met uw verklaring van gisteren heeft u officieel de PvdA opgeheven. Bedankt! Als u denkt dat u hiermee wegkomt, heeft u het goed mis.... De mensen in het land voelen zich genaaid! Een mes in de rug…. Doe de groeten aan uw dochter… en uhm, zorg ervoor dat ze in de gaten wordt gehouden… Een ex-PvdA lid…. Want WIJ zullen u dit nooit vergeven.”
3.2. Deze bewezenverklaring steunt op de volgende bewijsmiddelen:
“1. Een proces-verbaal van aangifte met bijlage d.d. 11 februari 2010 van de politie Haaglanden met nr. PL15J2 2010030653-1. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 7-13):
als de op 11 februari 2010 afgelegde verklaring van [betrokkene 1]:
Ik ben door mevrouw M.I. Hamer, fractievoorzitter van de politieke partij PvdA, gemachtigd tot het doen van aangifte.
Op 10 februari 2010 is mevrouw Hamer bedreigd via een mailbericht. In het mailbericht wordt tevens haar dochter bedreigd.
De letterlijke inhoud van het mailbericht:
Namens alle slachtoffers en doden in Irak bedanken wij U en de PvdA voor het steunen van deze illegale oorlog. Ook namens het CDA bedanken wij de PvdA voor het steunen van J. P. Balkenende... Dankzij U komt het CDA weg met deze oorlogsmisdaad jegens de mensheid. Met uw verklaring van gisteren heeft u officieel de PvdA opgeheven. Bedankt! Als u denkt dat u hiermee wegkomt, heeft u het goed mis.... De mensen in het land voelen zich genaaid! Een mes in de rug.... Doe de groeten aan uw dochter... en uhm, zorg ervoor dat ze in de gaten wordt gehouden...
Een ex-pvda lid.... Want WIJ zullen u dit nooit vergeven.
Het mailbericht is verzonden op en afkomstig van:
Datum en tijd: 10-02-2010 13:42 uur E-mailadres: [...].com IP-adres: [0001]
Mevrouw M.I. Hamer voelt zich door bovenstaand mailbericht ernstig bedreigd. Zij is bang dat de afzender van dit mailbericht haar en haar dochter zwaar lichamelijk letsel toe zal brengen.
Ik stel u het mailbericht, alsmede de daarbij behorende eigenschappen van de verzender, ter beschikking.
2 . Een geschrift, zijnde het onder 1 genoemde e-mailbericht.
Het houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 11) :
From: [verdachte] [SMTP: [...]@HOTMAIL.COM]
To Hamer M.I. (Publiek)
Subject: IRAQ
3. Een proces-verbaal van terechtzitting in hoger beroep d.d. 7 december 2011. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als de op 7 december 2011 afgelegde verklaring van de verdachte :
Het e-mailadres [...]@hotmail.com is van mij.
4. Een proces-verbaal van relaas d.d. 12 februari 2010 van de politie Haaglanden met nr. PL15J2 2010030653-3. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - (blz. 3-5):
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Naar aanleiding van een door [betrokkene 1] gedane aangifte namens mevrouw M.I. Hamer, fractievoorzitter van de politieke partij PvdA, is een onderzoek ingesteld.
Op internet werd via de website van RIPE het IP-adres [0001] bevraagd. Hieruit bleek dat het IP-adres [0001] behoort aan: UPC.
Door middel van een vordering ex artikel 126na van het Wetboek van Strafvordering werd via de Unit Landelijke Interceptie van UPC gevorderd de naam-, adres- en woonplaatsgegevens te verstrekken van de gebruiker van het IP-adres [0001]. Van de U.L.I. zijn de volgende gegevens ontvangen:
[...], [a-straat 1], [plaats].
Volgens de Gemeentelijke Basis Administratie staat er op het adres [a-straat 1] te [plaats] een persoon ingeschreven met de naam [verdachte], geboren op [...]-[...]-1981 te [geboorteplaats].
5. Een proces-verbaal van bevindingen d.d. 12 februari 2010 van de politie Zuid-Holland-Zuid met nr. 2010014801-11.
Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven - :
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 11 februari 2010 is bij de politie Haaglanden aangifte gedaan van bedreiging van mevrouw M.I. Hamer en haar dochter.
Op 12 februari 2010 werd in de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] [verdachte] aangehouden.
Verdachte [verdachte] overhandigde een in de woning aanwezige laptop. Hij deelde mede dat dit de enige computer was, welke in de woning aanwezig was. De hoofdbewoner [...] toonde aan een van de verbalisanten de gehele woning, waarbij bleek dat er geen andere computers in de woning aanwezig waren. De laptop is in beslag genomen en voor onderzoek overgedragen aan de Unit Forensische Opsporing.
6. Een proces-verbaal d.d. 17 februari 2010 van de politie Zuid-Holland-Zuid, Bureau Digitale Recherche (BDR) met nr. 1602101230.OIG. Dit proces-verbaal houdt onder meer in - zakelijk weergegeven -:
als relaas van de betreffende opsporingsambtenaar:
Op 12 februari 2010 werd door een medewerker van politie Zuid Holland Zuid de onderstaande computer voor onderzoek aangeboden aan het Bureau Digitale Recherche. Het betrof de computer:
Omschrijving: laptop computer
Eigenaar naam: [verdachte]
Voornamen :[...]
Geboortedatum:[...] 1981
Adres: [a-straat 1]
Woonplaats: [plaats].
Ik zag dat de systeemdatum en de tijd van deze personal computer overeen kwamen met de werkelijke datum en tijd.
Gevraagd werd om te zoeken naar een email met een bedreigende tekst jegens M. Hamer van de PvdA dan wel politieke onderwerpen.
URL: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mari%C3%ABtte_Hamer
Title: Mariette Hamer
Modified Date: 10-2-2010 13:32:55
User Name: [verdachte]
URL: http://nl.wikipedia.org/wiki/Mari%C3ABtte_Hamer
Modified Date: 10-2-20 10 13:32:55
User Name: [verdachte]
URL: http://nu.pvda.nl/personen/Tweede+Kamer/Mariette+Hamer.html
Title: Mariette Hamer | Personen | PvdA
Modified Date: 10-2-2010 13:32:12
User Name: [verdachte]
URL:http://nu.pvda.nl/personen/Tweede+Kamer/Mariette+Hamer.html
Modified Date: 10-2-2010 13:32:12
User Name: [verdachte]
URL: http://nu.pvda.nl
Title: Partij van de Arbeid
Modified Date: 10-2-2010 13:31:37
User Name: [verdachte]
URL: http://nu.pvda.nl
Modified Date: 10-2-2010 13:31:37
User Name: [verdachte]
URL: nu.pvda.nl
Modified Date: 10-2-2010 13:31:37
User Name: [verdachte]
URL: http://www.google.nl/search?hl=nl&q=pvda+&meta=&aq=f&oq=
Title: pvda - Google zoeken
Modified Date: 10-2-2010 13:31:33
User Name: [verdachte]
URL: http://www.google.nl/search?hl=nl&q=pvda+&meta=&aq=f&oq=
Modified Date: 10-2-2010 13:31:33
User Name: [verdachte]
URL: http://www.google.nl/search?hl=nl&source=hp&q= pvda+rotterdam&meta&aq=2&oq=pvda
Modified Date: 10-2-2010 13:31:30
User Name: [verdachte]
URL: http://www.google.nl/search?hl=nl&source=hp&q=pvda+rotterdam&meta=&aq=2&oq=pvda
Title: pvda rotterdam - Google zoeken
Modified Date: 10-2-2010 13:31:30
User Name: [verdachte]
URL: http://www.pvdarotterdam.nl/nieuws/nieuws_rss
Title: PvdA Rotterdam Nieuws
Modified Date: 10-2-2010 13:31:26
User Name: [verdachte]
Het ip-adres wat door de computer gebruikt werd was: [0001] en dit werd ook op de computer aangetroffen.“
3.3. Het hof heeft - voor zover hier van belang - ten aanzien van de bewezenverklaring nog het volgende overwogen:
“Namens de verdachte is bepleit dat hij van het tenlastegelegde dient te worden vrijgesproken, nu de in de e-mail gevatte bewoordingen onvoldoende specifiek zijn om bedreiging in de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht op te leveren.
Het hof overweegt als volgt.
Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht althans zware mishandeling is vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij of zij het leven zou kunnen verliezen danwel zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen (vgl. HR 7 juni 2005, LJN AT3659, NJ 2005/448).
Het hof wijst in dit verband op de navolgende feiten en omstandigheden. De aangeefster was ten tijde van het delict een in de landelijk bekende politica . Dit houdt in dat zij met enige regelmaat in de openbaarheid trad waardoor zij een zekere, verhoogde kwetsbaarheid kreeg. Dat de verdachte bijvoorbeeld zonder al te veel moeite aan gegevens van de aangeefster heeft kunnen komen, blijkt uit het feit dat hij de e-mail direct naar het door haar gebruikte e-mailadres heeft gestuurd.
Hiernaast heeft de verdachte in de e-mail kenbaar gemaakt dat hij wist dat de aangeefster een dochter heeft, waardoor de uitingen van de verdachte niet slechts een reactie zijn op een actuele politieke kwestie, maar een meer persoonlijk gericht karakter hebben gekregen. Het hof is in het verlengde hiervan van oordeel dat de in het bericht opgenomen passage "Doe de groeten aan uw dochter... en uhm, zorg ervoor dat ze in de gaten wordt gehouden.." onmiskenbaar als bedoeling heeft bij de aangeefster het gevoel op te roepen dat de fysieke veiligheid van haar dochter in het geding was. In dit kader acht het Hof tevens van belang dat de verdachte zijn bericht begint met "Namens alle slachtoffers en doden in Irak..." en ook verder in de e-mail gebruik maakt van de wij-vorm. Door de indruk te wekken niet alleen staat te staan in zijn uitingen jegens de aangeefster heeft de verdachte de bedreigende aard van de e-mail versterkt. Hetzelfde geldt ten aanzien van het gebruik van bewoordingen zoals "oorlogsmisdaad jegens de mensheid" en "als u denkt dat u hiermee wegkomt". Ook het noemen van een mes gevolgd door puntjes, ook al wordt dit niet direct in relatie gebracht met een handeling tegen de aangeefster, is een aspect dat de impact van de uitlatingen beïnvloedt.
Met inachtneming van het voorgaande is het hof van oordeel dat de betreffende tekst, bezien in het licht van alle omstandigheden en in onderlinge samenhang bezien, als een bedreiging i n de zin van artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht dient te worden aangemerkt.”
3.4. Het middel - bezien in samenhang met de toelichting - valt mijns inziens uiteen in een aantal deelklachten. Ten eerste klaagt het middel dat de omstandigheid dat er sprake is van een landelijk bekend politica in casu niet met zich brengt dat er meer gewicht kan worden gegeven aan de bedreiging op de grond dat een dergelijk politicus traceerbaarder is. Volgens de overwegingen van het hof was de fysieke veiligheid van de dochter in het geding en voor haar zouden de argumenten van traceerbaarheid niet opgaan. Voorts klaagt het middel dat niet begrijpelijk is dat de omstandigheid dat de e-mail in de wij-vorm is opgesteld of woorden als “oorlogsmisdaad tegen de mensheid” en “mes” een relevante context opleveren voor het bewezenverklaarde.
3.5. Voor een veroordeling ter zake van bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht dan wel bedreiging met zware mishandeling is, voor zover hier van belang, vereist dat de bedreiging van dien aard is en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de betrokkene de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen of zwaar lichamelijk letsel zou kunnen oplopen. (vgl. HR 7 juni 2005, ECLI:NL:HR:2005:AT3659, NJ 2005/448). Niet is vereist dat het misdrijf waarmee wordt gedreigd, is gericht tegen de bedreigde persoon zelf (vgl. HR 25 januari 2011, ECLI:NL:HR:2011:BO3400, NJ 2011/224). [2]
3.6. Zoals uit de hierboven onder 3.3 weergegeven bewijsoverweging blijkt, heeft het hof de bedreigende uitlatingen niet op zichzelf beschouwd, maar in de motivering van zijn oordeel eveneens aandacht besteed aan de context waarin de bewezenverklaarde uitlatingen zijn gedaan en daaraan de conclusie verbonden dat er in casu wel degelijk sprake is van bedreiging. Doorslaggevende betekenis wordt door het hof gegeven aan een aantal omstandigheden, te weten:
i) het slachtoffer was een landelijk bekend politica en kende op die grond een
verhoogdekwetsbaarheid: gegevens over haar waren relatief makkelijk te verkrijgen;
ii) de uitlatingen van de verdachte kregen een meer persoonlijk gericht karakter nu zij eveneens de dochter van het slachtoffer regardeerden en onmiskenbaar bij het slachtoffer het gevoel moesten oproepen dat de fysieke veiligheid van haar dochter in het geding was;
iii) de verdachte heeft de bedreigende aard van de e-mail versterkt door met het gebruik van de wij-vorm de indruk te wekken niet alleen te staan in zijn bedreigingen, voorts het slachtoffer te beschuldigen van “oorlogsmisdaad jegens de mensheid”, en bewoordingen te bezigen als “als u denkt dat u hiermee wegkomt”;
iv) het gebruik van het woord “mes” gevolgd door puntjes is een aspect dat de impact van de uitlatingen beïnvloedt.
3.7. Ik meen dat het hof hiermee de bewezenverklaring afdoende heeft gemotiveerd. Voor zover het middel beoogt aan te voeren [3] dat het woord “mes” in de e-mail verband houdt met de zinsnede ‘’de mensen in het land voelen zich genaaid” en derhalve geen relevante context op kan leveren, berust het op een verkeerde lezing van ’s hofs arrest. Het hof heeft immers onderkend dat het “mes” tekstueel niet in directe relatie wordt gebracht met een handeling tegen het slachtoffer, maar overweegt dat deze woordkeuze in algemenere zin wel een aspect is dat de impact van de uitlatingen versterkt.
3.8. Aangaande het onbegrip dat kennelijk bij de steller van het middel leeft omtrent de relevantie van het gebruik van de wij-vorm en woorden als “oorlogsmisdaad tegen de mensheid” merk ik op dat het hof terecht en niet onbegrijpelijk heeft overwogen dat ook hiermee de bedreigende aard van de e-mail is versterkt.
3.9. Tot slot kan de omstandigheid dat in casu kennelijk ook (en met name) de fysieke veiligheid van de dochter in het geding was niet afdoen aan de begrijpelijkheid van ’s hofs oordeel.
3.10. Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81 RO ontleende overweging.
4. Ambtshalve heb ik geen grond aangetroffen die tot vernietiging van het bestreden arrest aanleiding behoort te geven.
5. Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden,
AG

Voetnoten

1.Vgl. het eerdere arrest d.d. 10 september 2013 van Uw Raad in deze zaak: ECLI:NL:HR:2013:686.
2.Aldus Uw Raad in HR 10 september 2013, ECLI:NL:HR:2013:686.
3.Het middel blinkt in mijn ogen niet uit in duidelijkheid of onderbouwing.