6.1. In de toelichting wordt gesteld dat art. 184 lid 1 Sr het beletten, belemmeren of verijdelen van handelingen van ambtenaren bij de uitvoering van hun wettelijke taak strafbaar stelt en het in deze zaak bij een conversatie tussen de ambtenaren en de verdachte is gebleven, waarop de verbalisanten zijn weggegaan zonder te pogen het clubhuis te betreden. Daarom kon het hof ook niet tot de vaststelling komen dat het hen onmogelijk is gemaakt om het clubhuis te betreden, aldus de steller van het middel. Aan het middel ligt de vraag ten grondslag wat onder ‘een handeling’ en het ‘beletten’ daarvan in de zin van art. 184 lid 1 Sr moet worden verstaan.
6.2. Volgens HR 2 december 1901, W 7694, is beletten het voorkomen van
de voltooiingvan de ondernomen handeling, terwijl onder belemmeren het bemoeilijken van die ondernomen handeling wordt verstaan. Van het verijdelen van een handeling is sprake wanneer een reeds volbrachte handeling krachteloos wordt gemaakt of mislukt doordat daaraan het beoogde gevolg wordt ontnomen.
6.3. In het arrest van 2 december 1901 is ook aan de orde gekomen wanneer sprake is van een
ondernomen handelingin de zin van art. 184 lid 1 Sr. In deze zaak was bewezenverklaard dat de kastelein, nadat in zijn bierhuis twee agenten in burger zich bekend hadden gemaakt, een opsporingsonderzoek naar overtredingen van de Drankwet had verijdeld door:
“twee ten deele met vocht, naar de ambtenaren vermoedden met sterken drank, gevulde borrelglaasjes, die bij het binnenkomen van genoemde ambtenaren op de toonbank hadden gestaan en toen onmiddellijk door beklaagde waren weggenomen en in zijn broekzak gestoken ondanks herhaald bevel van die ambtenaren om ze tot onderzoek aan hen over te geven, in den spoelbak schoon te wasschen”.
De Hoge Raad overwoog dat het bewezenverklaarde niet kon worden gekwalificeerd als verijdelen, aangezien door de ambtenaren nog geen handeling was volbracht. Vervolgens overwoog de Hoge Raad dat het bewezenverklaarde evenmin kon worden gekwalificeerd als het beletten of belemmeren van een ondernomen handeling, omdat om een ondernomen handeling te beletten of belemmeren aan die handeling ten minste enig begin van uitvoering moet zijn gegeven, terwijl daar in dat geval geen sprake van was.
6.4. Wat als een ondernomen handeling kan worden aangemerkt is vervolgens in verschillende zaken aan de orde gekomen. Zo oordeelde de Hoge Raad dat:
- de inbeslagneming van een glaasje door een politieagent was ondernomen toen hij zijn hand uitstrekte naar dat glaasje;
- in een zaak waar de dagvaarding inhield dat de in het koffie- en bierhuis binnengetreden veldwachter het tafeltje naderde waaraan drie personen waren gezeten met ieder een glaasje gevuld met helder vocht voor zich, teneinde te onderzoeken of die glaasjes sterke drank inhielden, voldoende was ten laste gelegd dat de door de veldwachter beoogde handeling, het opsporen van een overtreding van de Drankwet, reeds een begin van uitvoering had verkregen en dus in de zin van art. 184 Sr was ondernomen;
- het noteren van het kenteken van een motorfiets die een stopteken negeerde, was begonnen toen de verbalisant aanstalten maakte om het kenteken in zijn zakboekje te noteren;
- de monsterneming door een keurmeester van de Keuringsdienst van Waren een begin van uitvoering had gekregen en dus in de zin van art. 184 Sr was ondernomen toen de keurmeester, voorzien van een lepel, trechter en fles, zich op een erf begaf naar een op dat erf ter aflevering gereed staande bus met melk.
6.5. Uit deze jurisprudentie kan worden afgeleid dat er pas sprake kan zijn van beletten, in de zin van art. 184 lid 1 Sr, als de handeling is aangevangen. Een voorgenomen handeling kan dus niet worden belet of belemmerd in de zin van deze bepaling zolang dat voornemen zich niet heeft geuit in een begin van uitvoering. Wel kan het beletten van een nog niet aangevangen handeling onder omstandigheden als ambtsdwang in de zin van art. 179 Sr worden aangemerkt.
6.6. In de onderhavige zaak heeft het hof overwogen dat het optreden van de verdachte het de verbalisanten onmogelijk maakte om het clubhuis van de motorclub te betreden en dat de verdachte de verbalisanten daardoor heeft belet in de zin van art. 184 lid 1 Sr om het clubhuis binnen te gaan. Daarmee heeft het hof het beletten als bedoeld in art. 184 lid 1 Sr uitgelegd als het onmogelijk maken van een handeling.Die uitleg bergt naar mijn mening echter een risico in zich. Als moet worden aangenomen dat beletten het voorkomen van de voltooiing van een handeling impliceert, dan moet de handeling zijn aangevangen door op zijn minst een begin van uitvoering. Dat hoeft bij het onmogelijk maken van een handeling echter niet het geval te zijn. Onmogelijk maken kan ook plaatsvinden zonder dat aan de handeling een begin van uitvoering is gegeven. In dat laatste geval kan het onmogelijk maken van de handeling mijns inziens echter niet als het beletten van een ondernomen handeling in de zin van art. 184 lid 1 Sr worden aangemerkt.
6.7. De bewijsmiddelen houden in dat de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] hebben kenbaar gemaakt dat zij het clubhuis wilden betreden, maar houden niet in dat verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] daadwerkelijk hebben gepoogd hieraan uitvoering te geven. Ik leid uit de bewijsmiddelen af dat de verbalisanten hebben afgezien van hun voornemen om binnen te treden als gevolg van de weigering van de toegang tot het clubhuis door de verdachte en de daarbij door de verdachte bewezenverklaarde gedane uitlatingen. Een blik achter de papieren muur bevestigt in mijn beeld, aangezien het als bewijsmiddel 1 gebezigde proces-verbaal het volgende inhoudt:
“Wij, verbalisanten, hebben nadat ons de toegang geweigerd was telefonisch contact opgenomen met de ambtenaar openbare orde en veiligheid van de gemeente Barneveld. Hij verzocht ons om ter plaatse te blijven. Deze ambtenaar had in de tussentijd contact met de politie regio Oost Nederland en met de burgemeester van de gemeente Barneveld. Besloten werd niet verder op te schalen, gelet op het tijdstip (opschaling zou minimaal 2 uur duren) en de aard van de controle.