Conclusie
middelhoudt in dat het hof heeft miskend dat de verdachte niet in zijn hoger beroep kon worden ontvangen voor het feit waarvan hij in eerste aanleg is vrijgesproken.
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 7 november 2017 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een verdachte die eerder door het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was veroordeeld voor medeplegen van poging tot zware mishandeling. De verdachte was in eerste aanleg vrijgesproken van de poging tot zware mishandeling van een van de slachtoffers, maar het hof had deze poging in hoger beroep toch bewezen verklaard. De Hoge Raad oordeelt dat het hof niet voldoende heeft gemotiveerd waarom het de verdachte toch heeft veroordeeld voor het medeplegen van poging tot zware mishandeling, terwijl er geen sprake was van een gevoegde tenlastelegging. De Hoge Raad vernietigt het arrest van het hof en wijst de zaak terug naar het hof voor herbehandeling. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat de zaak opnieuw moet worden berecht, waarbij de mogelijkheid bestaat dat de beslissingen betreffende de vorderingen van de benadeelde partijen in kracht van gewijsde gaan. De zaak heeft ook samenhang met een andere zaak, genummerd 16/04749, die op dezelfde datum is behandeld.