Conclusie
middel
Parket bij de Hoge Raad
In deze zaak heeft de Hoge Raad op 18 april 2017 uitspraak gedaan in het kader van een cassatieberoep tegen een vonnis van het gerechtshof 's-Hertogenbosch. De verdachte was eerder veroordeeld voor diefstal en wederrechtelijk binnendringen, en had een gevangenisstraf van vier weken opgelegd gekregen. De verdediging stelde dat de strafoplegging ontoereikend was gemotiveerd, omdat het hof had overwogen dat er sinds de eerdere veroordeling nieuwe verdenkingen tegen de verdachte waren gerezen. De Hoge Raad verduidelijkte de regels omtrent de strafmotivering, met name in relatie tot niet-tenlastegelegde feiten en eerdere veroordelingen. Het hof had in zijn motivering de nieuwe verdenkingen betrokken, maar de Hoge Raad oordeelde dat deze vermelding van ondergeschikte betekenis was en dat de overige overwegingen van het hof de strafoplegging zelfstandig konden dragen. De Hoge Raad concludeerde dat er geen gronden waren voor vernietiging van de bestreden uitspraak en dat het beroep diende te worden verworpen.