Conclusie
PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
CONCLUSIE
witwassen” is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van twaalf maanden, met aftrek van het voorarrest, gedeeltelijk bevestigd. Bij dat vonnis is het onder de verdachte in beslag genomen en niet-teruggegeven geldbedrag van € 194.140,- verbeurdverklaard. Daarnaast is de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling toegewezen en is gelast dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de toepassing van de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog geheel moet worden ondergaan, te weten voor de duur van 486 dagen. Het hof heeft zich met het vonnis verenigd en heeft het daarom bevestigd, met dien verstande dat het hof de overwegingen van de rechtbank inzake de vordering herroeping voorwaardelijke invrijheidstelling heeft vervangen.
middelklaagt dat de beslissing van het hof tot toewijzing van de vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidsstelling getuigt van een onjuiste rechtsopvatting, althans ontoereikend gemotiveerd is.
Canterbury Crown Courtin Engeland heeft de verdachte op 19 januari 2015 schuldig bevonden aan (kortweg) de invoer van twee kilogram MDMA. In verband daarmee is de verdachte aldaar bij uitspraak van 6 februari 2015 veroordeeld tot 1581 dagen gevangenisstraf.
The British authorities have no objection if the Dutch authorities award the 270 days under the Early Removal Scheme (ERS) which is in operation in England for those foreign national prisoners who are subject to a deportation order”. [1]
you will in practise only serve approximately half of that amount, it may even be less than that provided you have behaved properly and you will then be released on licence and while you are under licence if you were to breach the terms of the licence or to commit another criminal offence then you would be brought automatically back to prison to serve the rest of the term”.
in aanmerking komt voor voorwaardelijke invrijheidsstelling”.
v.i.-zaaknummer: 99-000523-37
De verdachte legt op vragen van het hof een verklaring af inhoudende:
Vordering herroeping V.I.
dagen zou hebben. Dit heeft geleid tot de invrijheidstelling van cliënt in mei 2016. Of cliënt de inhoud van de hele WETS-procedure heeft meegekregen, het bericht over de korting van 270 dagen en eventuele voorwaarden kan niet worden vastgesteld.
De akte uitreiking is nu uit de hoge hoed getoverd. De verdachte zegt dat hij wel zal hebben getekend. Een schriftelijk besluit is nog niet boven tafel.
Standpunt verdediging
Artikel 2:15
2. De veroordeelde tot tijdelijke gevangenisstraf van meer dan twee jaren wordt voorwaardelijk in vrijheid gesteld wanneer hij tweederde gedeelte daarvan heeft ondergaan.
1. De voorwaardelijke invrijheidstelling geschiedt onder de algemene voorwaarden dat:
1. De proeftijd gaat in op de dag van de voorwaardelijke invrijheidstelling.
Voorwaardelijke invrijheidstelling kan geheel of gedeeltelijk worden herroepen indien de veroordeelde een daaraan verbonden voorwaarde niet heeft nageleefd. Indien de voorwaardelijke invrijheidstelling gedeeltelijk is herroepen, wordt de veroordeelde, nadat hij het alsnog ten uitvoer te leggen gedeelte van de vrijheidsstraf heeft ondergaan, opnieuw voorwaardelijk in vrijheid gesteld.”
2. Indien het openbaar ministerie van oordeel is dat de veroordeelde een voorwaarde niet heeft nageleefd, dient het onverwijld een schriftelijke vordering tot herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling in bij de rechtbank. De vordering bevat de grond waarop zij berust. Het openbaar ministerie ziet slechts af van de vordering, indien naar het oordeel van het openbaar ministerie met het wijzigen van de voorwaarden of met een waarschuwing kan worden volstaan.
1. Indien de vordering van het openbaar ministerie, bedoeld in artikel 15i, tweede lid, wordt toegewezen, gelast de rechtbank dat het gedeelte van de vrijheidsstraf dat als gevolg van de toepassing van de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling niet ten uitvoer is gelegd, alsnog geheel of gedeeltelijk moet worden ondergaan. De rechtbank kan in zijn beslissing omtrent de vordering adviseren omtrent aan de voorwaardelijke invrijheidstelling te verbinden bijzondere voorwaarden.
Gegevens betreffende voorwaardelijke invrijheidstelling
Early Removal Schemein Engeland aanspraak op zou maken, zou moeten uitzitten. Daarop is bepaald dat de verdachte op 19 mei 2016 in aanmerking zou komen voor voorwaardelijke invrijheidsstelling.