2.3.In aanvulling op het arrest zijn de volgende bewijsmiddelen opgenomen:
“1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2019 (p. 37-38 van het politiedossier) voor zover inhoudende als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van de verbalisanten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] (
Op 20 december 2019, omstreeks 21.00 uur, bevonden wij ons op het Vrijthof. We werden aangesproken door een exploitant van Magisch Maastricht. Wij hoorden dat hij zei: "De jongen die hier bij mij staat en die ik aanwijs heeft net betaald met dit briefje van 50 euro. Deze is echter nep." Waarna wij zagen dat deze man, de later aangehouden verdachte [verdachte] , aanwees en hij ons een ogenschijnlijk briefje van 50 euro overhandigde.
Wij zagen dit briefje en voelden eraan. Wij voelden en zagen dat het niet overeen kwam met een echt briefje van 50 euro en wij vermoedden dan ook dat dit vals geld betrof.
Tegen de verdachte was de verdenking ontstaan van het uitgeven van vals geld. Wij hielden hem staande.
Wij hoorden dat de verdachte daarna uit eigen beweging zei: "Ik had dit briefje aangeboden ter betaling bij de exploitant, wafelkraam", of woorden van gelijke strekking. De verdachte werd hierna aangehouden en het valse briefje van 50 werd in beslag genomen.
Verdachte: [verdachte] , geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] .
2. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 20 december 2019 (p. 39-40 van het politiedossier), voor zover inhoudende als verklaring van de getuige [betrokkene 1] :
Ik ben werkzaam als standhouder op Magisch Maastricht te Maastricht. Betrokken jongeman wilde iets kopen bij mijn vrouwelijke collega. Wij bemerkten door middel van de vals geld-pen dat de streep op het 50 euro biljet blauw uitsloeg, dus vals geld. Toen vroeg ik aan betrokkene of hij even mee liep met in mijn handen het valse biljet van 50 euro. Betrokkene liep mee in de richting van politie en beveiligers Ik heb betrokkene overgedragen aan de politie.
3. De kennisgeving van inbeslagneming d.d. 20 december 2019 (p. 44 van het politiedossier), voor zover inhoudende:
Inbeslagneming
Plaats : Vrijthof, Maastricht
Datum en tijd: 20 december 2019 te 21:15 uur
Reden: artikel 213 Wetboek van Strafrecht (Vals geld uitgeven)
Omstandigheden : beslag
Beslagene
Achternaam: [verdachte]
Voornamen: [verdachte]
Geboren: [geboortedatum] 2003
Geboorteplaats: [geboorteplaats]
Geslacht: Man
Volgnummer 1
Goednummer: PL2300-2019200379-1272967
Categorie omschrijving: Geld
Object: Vals geld (Biljetten)
Aantal: 1 stuks
Totale hoeveelheid: 50 EUR
Registratienummer: PB0696643999
4. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 december 2019 (p. 42 van het politiedossier), voor zover inhoudende als relaas van eigen waarneming(en) en/of bevinding(en) van de verbalisanten [verbalisant 3] en/of [verbalisant 4] :
Op 3 januari 2020 ontving ik, [verbalisant 4] , werkzaam als forensisch onderzoeker en deskundige documentonderzoek, een bankbiljet waarvan vermoed werd dat het vals of vervalst was, namelijk:
Goednummer : PL2300-2019200379-1272967
Aantal bankbiljetten 1
Landaanduiding : Nederland Biljetten
Valuta coupure : Euro 50
Serienummer : PB06996643999
Modeljaar : 2017
Documentonderzoek
Bij het door ons ingestelde onderzoek aan het falsificaat, zagen wij dat, onder andere, de navolgende echtheidskenmerken ontbraken:
- de gebruikte reproductietechniek wijkt af van het origineel;
- het originele watermerk ontbreekt in het papier;
- de originele holografische beveiliging ontbreekt in het papier.
Conclusie
Het onderzoek wees uit dat het bankbiljet vals was.
5. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 9 januari 2020 (p. 50-52 van het politiedossier), voor zover inhoudende als verklaring van de verdachte [verdachte] :
O: Opmerking verbalisant
V: Vraag verbalisant
A: Antwoord verdachte
O: Je wordt verdacht van het uitgeven van vals geld. Dit vond op 20 december 2019 omstreeks 21:00 uur plaats op het Vrijthof te Maastricht.
V: Had je geld bij je?
A: Van te voren had ik geld bij me. Ik kwam iemand tegen, die wilde wisselen. Toen had ik dus dat geld bij me.
V: Hoeveel geld had je bij je voordat je ging wisselen met die persoon?
A: Ik had maar 50 euro bij me.
V: In welke coupures?
A: Ik had twee briefjes van 20 en 1 briefje van 10 euro bij me.
V: Wie was die man met wie je geld wisselde?
A: Weet ik niet. Ik ken hem niet.
V: Waar hebben jullie het geld gewisseld?
A: In het centrum bij de McDonalds van het Vrijthof.
V: Op straat of in de McDonalds?
A: Op straat.
O: Het incident met het valse geld was rond 21:00 uur.
V: Kan je inschatten hoe Iaat dit wisselen van geld ongeveer was?
A: Ik denk ongeveer 45 minuten van te voren.
V: Wat moest je betalen met dit briefje van 50 euro?
A: Ik wilde oliebollen halen bij de oliebollenkraam.
V: Wat kreeg je terug van wisselgeld?
A: Ik kreeg niks terug. Die man zei meteen dat het nep was. Hij vroeg meteen of ik mee wilde gaan naar de politie. Ik zei dat dit goed was.
6. De verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting van de kinderrechter in de rechtbank Limburg d.d. 24 augustus 2020, voor zover inhoudende:
Ik ben die dag naar de stad gegaan. Ik wilde oliebollen kopen bij een kraam van Magisch Maastricht op het Vrijthof. Ik stond bij de McDonalds toen er een jongen naar me toe kwam. Hij vroeg of ik een briefje van 50 kon wisselen. Ik pakte het briefje aan, controleerde of het daadwerkelijk 50 euro was en gaf de jongen twee briefjes van 20 euro en een briefje van 10 euro terug. Dit gebeurde op straat terwijl het donker was. Ik ben toen met het briefje van 50 euro naar de oliebollenkraam gegaan om oliebollen te kopen. Er stonden twee agenten naast de kraam.
Toen ik het briefje aan de verkoper gaf, zei hij dat het vals geld was.”