Conclusie
Nummer20/04172
Het cassatieberoep
werkzaam in de gezondheidszorg of de maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd, meermalen gepleegd”, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 66 maanden en de bijkomende straf van ontzetting uit het beroep opgelegd. Daarnaast heeft het hof een vrijheidsbeperkende maatregel en twee schadevergoedingsmaatregelen opgelegd en tevens beslist op de vorderingen van een drietal benadeelde partijen, een en ander zoals nader in het arrest bepaald.
Het eerste middel
De beoordeling van het eerste middel
Het tweede middel
an sich” niet om aanhouding van de behandeling van de zaak verzocht en dat het de wens van de verdachte was dat het hof en het Openbaar Ministerie op enig moment, welk moment ook na de inhoudelijke behandeling van de zaken kon liggen, kennis kunnen nemen van de inhoud van het verweerschrift. De verdachte gaf te kennen ook een samenvatting van het verweerschrift te hebben van ongeveer 150 pagina’s, alleen heeft hij daarin de zaak [slachtoffer 5] nog niet kunnen verwerken. Het hof heeft vervolgens op diezelfde dag besloten het verzoek tot voeging van het verweerschrift van 2.600 pagina’s af te wijzen. Deze beslissing motiveerde het hof als volgt:
De beoordeling van het tweede middel
Het zesde middel
11 redenen voor Vrijspraak". [14]
een verklaring van een verdachte omtrent de feitelijke toedracht”, waarop het niet uitdrukkelijk hoeft te responderen. Zulks ten onrechte. Het gaat bij dit verweer immers niet slechts om een verklaring van de verdachte op basis van wat hij zelf heeft waargenomen en ondervonden. Het verweer is doorspekt met verwijzingen naar andere potentiële bewijsmiddelen in het politiedossier, teneinde de ontkenningen van de verdachte te adstrueren en zijn vrijspraak te bepleiten. Het is geen verklaring, maar een pleidooi. Aan het verweer komt dan ook eenzelfde processuele betekenis toe als het pleidooi van de raadsman (die ook in dit opzicht een van de verdachte afgeleid recht heeft). Dit betekent dat het hof ook had moeten responderen op de daarin vervatte uitdrukkelijk onderbouwde standpunten, dit uiteraard slechts voor zover daarvan is afgeweken, zodat het geldt voor de standpunten die zien op het onder 2, 5 en 7 bewezen verklaarde. Het hof heeft ten onrechte gemeend hieraan voorbij te kunnen gaan met een verwijzing naar de aan de feitenrechter voorbehouden selectie en waardering van het bewijs. Het verzuim de redenen op te geven die hebben geleid tot het afwijken van deze standpunten heeft ingevolge artikel 359 lid 8 Sv nietigheid tot gevolg.
De beoordeling van het zesde middel
Een grief die voor de Hoge Raad een zoekplaatje vormt, is immers niet een middel van cassatie (…),” aldus Van Dorst. [15] Alleen al vanwege dit verzuim faalt de klacht.
Het derde middel
Het misbruik vond telkens gedurende een periode van jaren herhaaldelijk plaats”.
op een of meerdere tijdstippen in de periode (…)”. De mogelijkheid wordt daarin opengelaten dat de bewezen verklaarde ontucht zich per slachtoffer op één tijdstip heeft geconcentreerd en dus niet zo herhaaldelijk en langdurig als het hof in de strafmotivering heeft overwogen.
De beoordeling van het derde middel
meermalenontucht heeft gepleegd met de vrouwen [slachtoffer 1] , [slachtoffer 4] en [slachtoffer 5] op “
een of meerdere tijdstippen” in respectievelijk de volgende perioden: 1 december 2008 tot en met 30 september 2012 (feit 2), 9 september 2004 tot en met 31 december 2012 (feit 5) en 1 december 2011 tot en met 28 juli 2015 (feit 7). Het hof heeft bovendien elk strafbaar feit telkens gekwalificeerd als “
meermalen gepleegd”.
op een of meerdere tijdstippen” vergeten door te halen in de bewezenverklaring. Maar ook als dit niet het geval is (en/of de kwalificatie anders zou zijn geweest), kon het hof de grootschaligheid van de ontucht (die op grond van het verhandelde ter zitting aannemelijk is geworden) als omstandigheid waaronder de (wel) bewezen verklaarde feiten zijn begaan, betrekken bij de strafoplegging. [17] De strafmotivering is geenszins onbegrijpelijk en toereikend gemotiveerd op dit punt.
Het vierde middel
De beoordeling van het vierde middel
meermalen gepleegd”. Het betreft dus een samenloop van verschillende, afzonderlijk begane misdrijven.
Het vijfde middel
of all the laws in force during the period between the commission of the offence and delivery of the final judgment" de meest gunstige en dient daarom te worden toegepast op grond van het Scoppola-arrest van het Europees Hof van Justitie. [23] Daarbij verwijst de steller van het middel naar het arrest van de Hoge Raad van 1 juni 2021, ECLI:NL:HR:2021:812, waarin de conclusie (ECLI:NL:PHR:2021:113) werd gevolgd.