ECLI:NL:PHR:2024:717

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
2 juli 2024
Publicatiedatum
28 juni 2024
Zaaknummer
23/02688
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep tegen veroordeling voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen met betrekking tot gijzeling en schadevergoedingsmaatregel

In deze zaak is de verdachte, geboren in 2005, bij arrest van 12 juli 2023 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen. De straf bestond uit een taakstraf van 40 uren, met een subsidiaire straf van 20 dagen jeugddetentie. Daarnaast heeft het hof een vordering van de benadeelde partij deels toegewezen, deels afgewezen en deels niet-ontvankelijk verklaard, en een schadevergoedingsmaatregel opgelegd.

Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte, waarbij advocaat J.J.J. van Rijsbergen een middel van cassatie heeft voorgesteld. Dit middel bevat de klacht dat het hof heeft verzuimd om de duur van de gijzeling te bepalen die verbonden is aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregel. De conclusie van de Procureur-Generaal is dat, ongeacht de vraag of het middel terecht is, het vaste jurisprudentie is dat gijzeling niet mogelijk is zonder rechterlijke machtiging. Hierdoor heeft de verdachte geen eigen belang bij de oplegging van gijzeling.

De Procureur-Generaal concludeert dat het middel faalt en dat er geen gronden zijn aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding geven. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep, met verwijzingen naar eerdere jurisprudentie ter ondersteuning van deze conclusie.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer23/02688 J

Zitting2 juli 2024
CONCLUSIE
M.E. van Wees
In de zaak
[verdachte],
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2005,
hierna: de verdachte.

Inleiding

1.1
De verdachte is bij arrest van 12 juli 2023 door het gerechtshof 's-Hertogenbosch wegens "openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen", veroordeeld tot een taakstraf, bestaande uit een werkstraf voor de duur van 40 uren, subsidiair 20 dagen jeugddetentie. Daarnaast heeft het hof een vordering van de benadeelde partij deels toegewezen, deels afgewezen en deels niet-ontvankelijk verklaard en hiermee verbonden een schadevergoedingsmaatregel opgelegd.
1.2
Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte en J.J.J. van Rijsbergen, advocaat in Breda, heeft een middel van cassatie voorgesteld.

Het middel

2.1
Het middel bevat de klacht dat het hof heeft verzuimd om de duur van het aantal dagen gijzeling te bepalen dat is verbonden aan de opgelegde schadevergoedingsmaatregel.
2.2
Daargelaten of de steller van het middel een terecht punt heeft, het is vaste jurisprudentie dat indien de rechterlijke machtiging daartoe ontbreekt, gijzeling niet mogelijk zal zijn. De verdachte heeft aldus geen eigen belang bij de oplegging daarvan. [1]

Afronding

3.1
Het middel faalt en kan worden afgedaan met de aan art. 81 lid 1 RO ontleende motivering.
3.2
Ambtshalve heb ik geen gronden aangetroffen die tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven.
3.3
Deze conclusie strekt tot verwerping van het beroep.
De Procureur-Generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
plv. AG

Voetnoten

1.Vgl. HR 2 februari 2016, ECLI:NL:HR:2016:179 en HR 6 februari 2024, ECLI:NL:HR:2024:184 (81 lid 1 RO over een in essentie zelfde cassatiemiddel als in de onderhavige zaak) en mijn opmerkingen in de conclusie voorafgaand aan dit laatste arrest (ECLI:NL:PHR:2023:1133).