3.2De raadsvrouw van de verdachte heeft blijkens het proces-verbaal van de zitting op 23 mei 2025 verweer gevoerd aan de hand van de door haar overgelegde pleitnotities. Deze houden, voor zover hier van belang, het volgende in (met weglating van voetnoten):
“
Dreigende flagrante schending van art. 6 EVRM
7. Client loopt een concreet en individueel risico op schending van de artikelen 6, 3 en 13 EVRM, op grond waarvan de uitlevering ontoelaatbaar moet worden geacht.
8. Ik wees u al even op het bijzondere tijdsverloop in deze zaak. De feiten dateren van 2011, terwijl vorige zomer plotseling een detentiebevel is uitgevaardigd.
9. Ik plaats dat in de ontwikkelingen in Turkije sinds 2016. Sinds de mislukte staatsgreep van 15 juli 2016, zijn de ontwikkelingen in Turkije in de woorden van het gerechtshof Den Haag “zorgwekkend”. Het rechtssysteem staat onder (grote) druk. Dat ziet onder andere op:
“Een zuiveringsactie onder rechters en officieren van justitie (...) wegens vermeende banden met de coupplegers. (...) ”
10. Het hof wijst erop dat er specifieke groepen zijn die daardoor in kwetsbare positie verkeren.
“meer in het bijzonder bevinden (vermeende) aanhangers van de Gülen beweging zich in een kwetsbare positie, alsmede personen die betrokkenen zijn (geweest) bij het corruptieonderzoek tegen de (familie van) overheidsdienaren/leden van de regering Erdogan en personen met een Koerdische achtergrond en (vermeende) banden met de PKK. ”
11. Dat sindsdien sprake is van toenemende onderdrukking van de Koerden, blijkt ook uit rapporten van Amnesty International. De PKK, de Koerdische Arbeiderspartij die al tientallen jaren strijdt voor Koerdische autonomie in Turkije is in Turkije een “verboden terroristische organisatie”.
12. In 2021 vond een grootschalige militaire operatie van de Turkse overheid plaats tegen de PKK op het platteland in Turkije.
13. Client behoort tot de groep van personen met een Koerdische achtergrond en (vermeende) banden met de PKK. In de afgelopen 12 maanden is de situatie voor deze groep
zeerzorgwekkend geworden. Zo zijn er in februari dit jaar bijna 300 personen aangehouden in Turkije die in verband worden gebracht met de PKK. En na een detentieperiode van ongeveer 25 jaar riep PKK leider Abdullah Ocalan op 12 mei jl. plotseling op tot ontwapening van de PKK.
14. Turkije houdt het niet bij acties tegen de Koerden in eigen land. Ook de Turks-Koerdische diaspora moet er de afgelopen tijd ontgelden. Zo eiste Erdogan dat Finland en Zweden zouden meewerken aan vervolging van “terroristen” in het buitenland in het kader van de toetreding van deze landen tot de NAVO. Sinds 2022 vraagt Turkije om de uitlevering van tientallen vermeende “terroristen”.
15. Daarbij komt dat de familie van client wordt al jaren in verband gebracht met de gewapende en politieke verzetsbewegingen tegen Turkse overheid. Dat heeft met name te maken de politieke activiteiten van de oudste broer van client, [betrokkene 1] .
16. Maar ook client is lid van de Koerdische vereniging in Limburg, België
(bijlage).
17. De broer van cliënt is sinds zijn jonge jaren actief in de PKK en is van 1990 tot 2010 zelfs voorzitter geweest van de Limburgse afdeling van de PKK
(bijlage).Als gevolg daarvan is hem in het verleden een inreisverbod voor Turkije opgelegd voor de duur van
20 jaar.
18. De familie van client wordt daarnaast in verband gebracht met de extreemlinkse Turkse DHKP/C. Dat heeft onder andere te maken met de verdwijning van [betrokkene 2] . [betrokkene 2] werd in 2017 bij verstek veroordeeld tot een gevangenisstraf van 17 jaar door de Belgische rechter, wegens drie moorden gepleegd in Istanbul in 1996, nadat haar uitlevering aan Turkije was geweigerd. [betrokkene 2] verdween in 2006 van de radar
(bijlage).
19. Bij de familie [opgeëiste persoon] vond een grootschalige inval en doorzoeking plaats in 2009, omdat er aanwijzingen zouden zijn dat [betrokkene 2] bij de familie [opgeëiste persoon] verbleef. Er werd daarbij destijds 2500 euro in beslag genomen in verband met het onderzoek tegen [betrokkene 2]
(bijlage).
20. Daarbij is ook opvallend dat de Belgische autoriteiten geen gevolg lijken te hebben gegeven aan de INTERPOL Red Notice die uitgevaardigd tegen client. Het is heel goed mogelijk dat de reden daarvoor is gelegen in het feit dat de Belgische autoriteiten zich als gevolg van deze eerdere zaak, bewust zijn van de politieke gevoeligheden en de gevaren waaraan client en zijn familieleden blootstaan bij uitlevering aan Turkije.
21. Op de WJP Rule of Law index is Turkije in de afgelopen jaren continu gedaald in de ranking. Turkije staat op dit moment op de 117de van 140 plekken.
22. In een zaak in het Verenigd Koninkrijk werd tevens de dreigende schending van het recht op een eerlijk proces aangedragen als reden voor het tegenhouden van de uitlevering van een voormalig lid van PKK. Proffessor [deskundige] , die in deze zaak als deskundige optrad, concludeerde dat de kans op een eerlijk proces voor een sympathisant van de Koerdische gemeenschap zeer klein was.
23. Als reden noem Professor [deskundige] mede dat de advocaten van verdachten met een (vermeende) band met de PKK, zoals client, zelf worden vervolgd voor lidmaatschap van een terroristische organisatie.
24. Deze praktijk werd ook in het algemeen ambtsbericht van begin 2022 benadrukt. De (vermeende) banden met de PKK van client staat hiermee in de weg van een deugdelijke verdediging door een onafhankelijke advocaat.
25. Daarnaast onderstreept het meest recente ambtsbericht dat de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht tevens onder druk staat. Tijdens de noodtoestand (2016-2018) zijn 4.000 rechters (en aanklagers) ontslagen.
26. De rechtsgang van Turkije is zeer ver verwijderd van wat er ervan wordt verwacht onder het EVRM, zeker wanneer het personen in een kwetsbare positie betreft, zoals client.
Dreigende flagrante schending van art. 13 EVRM
27. De extreem zorgelijke staat van de Turkse rechtsgang speelt ook mee bij de dreigende schending van art. 13 EVRM (het recht op een effectief rechtsmiddel).
28. Het feit dat de onafhankelijkheid van de rechterlijk macht in het geding is, wijst uit dat geen enkele Turkse/nationale procedure als effectief rechtsmiddel kan worden aangemerkt.
29. Ook beroep op het EHRM staat niet open voor client. Turkije weigert namelijk beslissingen van het EHRM op te volgen. Voorbeelden hiervan zijn de Demirtas zaak en de Kavala zaak. Ook de European Commission stelt vast dat Turkije de uitspraken van het EHRM tot op heden niet volgt.
30. Dit maakt dat er voor client geen effectief rechtsmiddel open staat wanneer hij naar Turkije wordt overgeleverd.”