Conclusie
Nummer22/04912
‘De verdachte verklaart als volgt:
De raadsman voert het woord tot verdediging, inhoudende:
legitimate aim) en dient de inmenging noodzakelijk te zijn in een democratische samenleving. Blijkens het EVRM heeft een ieder recht op vrijheid van meningsuiting en demonstratie en kan dit recht worden onderworpen aan bepaalde beperkingen, die bij wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de openbare veiligheid of gezondheid. Er zit ook een element van proportionaliteit aan vast, die gekoppeld is aan de beperking dat het noodzakelijk moet zijn in een democratische samenleving (
pressing social need).
teaseren is onvoldoende duidelijk en concreet en levert derhalve geen opruiing op. Indien het hof daar anders over denkt, is het tweede bericht van belang. Volgens jurisprudentie dient immers naar het samenstel van berichten te worden gekeken. Daarbij zij opgemerkt dat de berichten zijn geplaatst op Facebook. Daar heb je abonnees, een zogeheten
community. Wanneer er een aankondiging wordt gedaan, wacht men op de tweede aankondiging waarin een vorig bericht geconcretiseerd wordt. Op 20 januari 2021 was er een persconferentie waarbij door premier Rutte werd aangekondigd dat er vanaf 23 januari een avondklok zou gelden. Voor de avondklok was op dat moment nog geen wettelijke grondslag. Verdachte heeft op deze aankondiging gereageerd. Pas later, op het moment van publicatie in de Staatscourant, zou de avondklok juridisch vorm krijgen. Toen dat het geval was, had verdachte een tweede bericht op Facebook geplaatst, waarin het eerste bericht werd genuanceerd. Tot slot verwijs ik naar een uitspraak van het gerechtshof Amsterdam van 9 maart 2022 en een uitspraak van het gerechtshof Den Haag van 7 juli 2016, waaruit blijkt -kort gezegd- dat de context bij de beoordeling van de gedane uitingen wordt meegenomen.’