2.4Het hof heeft over de bewezenverklaring overwogen:
“De verdachte wordt verweten dat hij computervredebreuk heeft gepleegd door onbevoegd de politiesystemen waartoe hij vanwege zijn functie toegang had, te bevragen.
De verdediging heeft aangevoerd dat de verdachte zich 24 uur per dag, zeven dagen in de week, politieman voelde. Hij heeft de bevragingen in het systeem - die hij niet ontkent te hebben gedaan - dan ook gedaan in het kader van de uitvoering van zijn politietaak.
Het hof overweegt als volgt.
De verdachte heeft tijdens de tenlastegelegde periode de politiesystemen veelvuldig, zowel binnen als buiten diensttijd, bevraagd. Hij maakte daarbij gebruik van zijn politieaccount, door daarop in te loggen met zijn gebruikersnaam en wachtwoord. Dit account had hij vanwege zijn functie als politieman.
Hij heeft bevragingen gedaan op onder meer personen, adressen en voertuigen gelieerd aan [betrokkene 1] , maar ook op zijn eigen broer en vriendin. Deze bevragingen zijn geregistreerd en geëxporteerd (geprint, opgeslagen of verzonden).
De verdachte heeft verklaard dat hij dit deed, omdat hij mogelijk zakelijke activiteiten met [betrokkene 1] wilde gaan ontplooien. Hij had contact met [betrokkene 1] , had afspraken met hem en ontmoette daarbij ook personen die [betrokkene 1] kende. Over die personen, hun adres of de auto’s waar die personen in reden, bevroeg hij dan de systemen die via zijn politieaccount beschikbaar waren.
Het hof is van oordeel dat de genoemde bevragingen door de verdachte zijn gedaan ten behoeve van privédoeleinden die geen enkele relatie hadden met zijn werk als politieman. Daarbij betrekt het hof dat door de verdachte geen mutaties zijn gemaakt van de genoemde bevragingen, zoals dat wel gebruikelijk is binnen het politiewerk. Dat de verdachte zich kennelijk elke dag en op elk moment van de dag politieman voelde doet daar niet aan af. Integendeel, juist van een politieambtenaar wordt en mag worden verwacht dat hij of zij niet alleen bij de uitvoering van het politiewerk handelt in overeenstemming met de wettelijke regelgeving, maar zich daarvan ook bewust is buiten diensttijd.
Door het raadplegen van informatie die de verdachte uitsluitend ter beschikking staat voor de uitvoering van de politietaak is het hof van oordeel dat de verdachte de grenzen van de aan hem verleende autorisatie om de politiesystemen te gebruiken, te buiten is gegaan.
De verdachte wist immers dat hij de bevragingen niet deed in het kader van enig politieonderzoek. Bovendien komt bij het starten van of inloggen op het door de verdachte geraadpleegde politiesysteem de melding in beeld dat het systeem alleen mag worden geraadpleegd met gegronde reden en/of noodzaak. Door de bevragingen desondanks toch te doen is de verdachte een geautomatiseerd werk wederrechtelijk binnengedrongen met gebruikmaking van zijn systeemautorisatie, in casu daardoor aan te merken als een valse sleutel.
Door de verdediging is ook bepleit dat er geen sprake is van een ‘server’ zoals tenlastegelegd. Naar het oordeel van het hof kan een server deel uitmaken van een apparaat of groep van onderling verbonden of samenhangende apparaten, waarvan er één of meer op basis van een programma automatisch computergegevens verwerken. Aldus maakt de server deel uit van een geautomatiseerd werk.
Het hof verwerpt de verweren en komt tot een bewezenverklaring van het onder 2 tenlastegelegde.”
Bespreking van het middel