2.3De bewezenverklaring berust op de volgende bewijsmiddelen (met weglating van dossierpagina's):
“
1. Het proces-verbaal zaaksdossier witwassen d.d. 28 januari 2018 […] voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant] :
Op 28 september 2017 werd binnengetreden ter inbeslagname van aan de Opiumwet gerelateerde zaken op het adres [a-straat 1] te [plaats] . In het betreffende pand werd toen tevens een groot geldbedrag aangetroffen.
Naar aanleiding van bovenstaande werd de toestand in de woning, [a-straat 1] , bevroren en werd besloten over te gaan op een doorzoeking op grond van artikel 110 van het Wetboek van Strafvordering.
Bij bovengenoemde doorzoeking werd een totaalbedrag van € 189.390,00 aangetroffen en in beslag genomen. Het genoemde bedrag bestond uit diverse pakketten geld, bestaande uit diverse coupures, die op verschillende plaatsen in de woning zijn aangetroffen.
In de koelcel, bereikbaar via de garage, zijn 5 pakketten met een aanzienlijke hoeveelheid bankbiljetten aangetroffen en in beslag genomen.
Na telling gaat het om een totaalbedrag van € 173.050,00 aan contant geld bestaande uit:
• Pakket 1 (goednummer 1248628) van € 24.600,00, bestaande uit 1 bankbiljet van 100 euro, 433 bankbiljetten van 50 euro, 118 bankbiljetten van 20 euro, 48 bankbiljetten van 10 euro en 2 bankbiljetten van 5 euro;
• Pakket 2 (goednummer 1248630) van € 26.270.00 bestaande uit 1 bankbiljet van 500 euro, 236 bankbiljetten van 50 euro, 545 bankbiljetten van 20 euro en 307 bankbiljetten van 10 euro;
• Pakket 3 (goednummer 1248639) van € 53.100,00 bestaande uit 4 afzonderlijke pakketjes, die na telling blijken te bestaan uit:
a) € 10.000,00 bestaande uit 20 bankbiljetten van 500 euro (1248639);
b) € 17.050,00 bestaande uit 301 bankbiljetten van 50 euro, 198 bankbiljetten van 10 euro en 4 bankbiljetten van 5 euro (1253226);
c) € 5.000,00 bestaande uit 445 bankbiljetten van 10 euro, 5 bankbiljetten van 50 euro en 60 bankbiljetten van 5 euro (1253228);
d) € 13.050,00 bestaande uit 93 bankbiljetten van 50 euro en 420 bankbiljetten van 20 euro (1253229);
e) € 8.000,00 bestaande uit 3 bankbiljetten van 100 euro, 94 bankbiljetten van 50 euro en 300 bankbiljetten van 10 euro (1253230);
• Pakket 4 (goednummer 1248664) van € 41.100,00 bestaande uit 11 bankbiljetten van 100 euro, 655 bankbiljetten van 50 euro, 345 bankbiljetten van 20 euro, 33 bankbiljetten van 10 euro en 4 bankbiljetten van 5 euro;
• Pakket 5 (goednummer 1248682) van € 27.980,00 bestaande uit 1 bankbiljet van 100 euro, 220 bankbiljetten van 50 euro, 562 bankbiljetten van 20 euro, 546 bankbiljetten van 10 euro en 36 bankbiljetten van 5 euro.
In de woon-/slaapkamer werden op diverse plaatsen pakketjes met bankbiljetten aangetroffen en in beslag genomen. Na telling gaat het om een totaalbedrag van € 16.340,00:
• In de potkachel werd 1 pakketje geld aangetroffen en in beslag genomen. Na telling gaat het om een totaalbedrag van € 14.370,00 aan contant geld bestaande uit 19 bankbiljetten van 500 euro, 6 bankbiljetten van 50 euro, 223 bankbiljetten van 20 euro en 11 bankbiljetten van 10 euro (1248646);
• In een wit etui, dat in een doorzichtige bak achter de bank stond, een bedrag van € 470,00 bestaande uit 1 bankbiljet van 50 euro, 18 bankbiljetten van 20 euro, 4 bankbiljetten van 10 euro en 4 bankbiljetten van 5 euro (1248578);
• Onder het matras van het bed een envelop, met het opschrift " [naam] ’ met een totaalbedrag van € 800,00 bestaande uit 80 bankbiljetten van 10 euro (1248594);
• In het paspoort van [betrokkene 1] , dat onder hetzelfde matras werd aangetroffen, een bedrag van € 200.00 bestaande uit 4 bankbiljetten van 50 euro (1248596);
• In postvakken op het bureau een bedrag van € 500,00 bestaande uit 10 bankbiljetten van 50 euro (1248598).
2. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 30 september 2017 […] voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte] :
Vraag verbalisanten:
Waar had u het geld liggen in de woning aan de [a-straat 1] te [plaats] ?
Antwoord verdachte:
In de koelcel van de woning. In de kachel in die woning had ik iets meer dan € 14.000,00, waarvan € 9.000,00 aan bankbiljetten van 500 euro en zo'n € 5.000,00 aan bankbiljetten van 20 euro en ik meen € 60,00 euro aan bankbiljetten los. Die € 14.000,00 had ik in mijn tas op de stoel in de woonkamer staan toen ik die ochtend op de voordeur hoorde kloppen. Op een gegeven moment hoorde ik luid ‘POLITIE’ roepen. Ik heb die € 14.000,00 vanuit mijn tas in die kachel gestopt. Het is een niet functionerende gietijzeren zwarte kachel. Ik wilde voorkomen dat zij (
het hof begrijpt: de politie) het konden vinden maar het was een kansloze actie.
3. Het proces-verbaal van verhoor d.d. 12 oktober 2017 […] voor zover inhoudende de verklaring van [verdachte] :
V: Met betrekking tot dat grote geldbedrag heeft [medeverdachte] verklaard dat dat geld van u is.
A: Dat klopt.
V: Hoeveel geld heeft u aan [medeverdachte] in bewaring gegeven?
A: 2 ton (200.000,00 euro).
V: Op welke manier heeft u dat bedrag overgedragen aan hem?
A: Ik heb dat op 20 september 2017 op de [a-straat] , waar het is aangetroffen, overgedragen aan [medeverdachte] . (...) Hij zou dat in kleine coupures aan mij terug geven.
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris d.d. 6 oktober 2022, voor zover inhoudende de verklaring van [medeverdachte] :
Op de vragen van de raadsman antwoord ik als volgt:
(...)
U vraagt mij om uit te leggen hoe het is gegaan tussen mij en [verdachte] met betrekking tot het wissen van geld. (...) We hadden een week of twee van tevoren een feestje. Het ging toen om het wisselen van € 200.000.00 in briefjes van € 500,00 naar kleinere coupures. Ik kende iemand die dat zou kunnen en zo geschiedde. [verdachte] heeft mij die € 200.000,00 overhandigd in briefjes van € 500.00 en ik heb dat gewisseld.
U vraagt mij of [verdachte] mij heeft verteld hoe hij aan dat geld kwam. Niet specifiek (...). U vraagt mij of ik weet of dat legaal geld was. Ik (...) ga ervan uit dat het legaal geld was.
5. Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep d.d. 9 januari 2023, voor zover inhoudende als verklaring van [verdachte] :
De verdachte verklaart het volgende:
U, voorzitter, vraagt mij waarom ik het geld in kleinere coupures wilde hebben. Dat is makkelijker uit te geven.
Al vanaf het begin van de jaren '90 neem ik veel contant geld op.
U, voorzitter, vraagt mij waar het geld vandaan komt en deelt mij mede dat ik bij de politie 4 kwitanties heb overgelegd, waaronder een opname van € 22.500,00 die dezelfde dag op een andere rekening van mij is gestort. (...) U, voorzitter, deelt mij mede dat die kwitantie daarom geen verklaring is voor de herkomst van het aangetroffen geld.
Ik weet dat niet uit mijn hoofd. Het is mijn gedrag. Het hoeft niet perse het geld te zijn dat bij [medeverdachte] is aangetroffen. Ik wilde enkel aantonen dat ik regelmatig contant geld op nam en dat het mijn gedrag was.”