Conclusie
1.Inleiding
2.De feiten
3.Het middel
Ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie
hetzelfde feitals in die rechtspraak bedoeld. De aan de betrokkene verweten gedraging is immers identiek, te weten (nader bepaalde gevallen van) rijden onder invloed, terwijl de
beschermde rechtsgoederen in hoge mate vergelijkbaarzijn, te weten de bevordering van de verkeersveiligheid.
de gevolgen van het opleggen van het asp en devan het instellen van een strafvervolging
te verwachten strafrechtelijke sancties in hoge mate overeenkomen, nu beide voor de betrokkene kunnen leiden tot een ingrijpende beperking van de rijbevoegdheid en oplegging van een wezenlijke betalingsverplichting.
uitzonderlijke - van andere gevallen waarin een bestuursrechtelijk en een strafrechtelijk traject samenlopen, afwijkende - situatie voordoet die op gespannen voet staat met het, aan art. 68 Sr ten grondslag liggende, beginsel dat iemand niet twee maal kan worden vervolgd en bestraft voor het begaan van hetzelfde feit.”
NJ2015/256, waarin twee procedures over een identieke verweten gedraging hun directe oorsprong vonden in hetzelfde feit met sterk gelijkende gevolgen”. [11] De Hoge Raad wijst er in dat arrest wel op dat de strafrechter het verbeuren van een dwangsom als relevante omstandigheid bij de strafoplegging kan betrekken. [12] In de literatuur wordt sindsdien aangenomen dat het bij externe samenloop op de weg van de sanctieopleggers ligt de sanctionering (kenbaar) op elkaar af te stemmen. [13]