ECLI:NL:PHR:2025:522
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Verwerping van het beroep inzake lokaalvredebreuk tijdens demonstratie en de toepassing van het demonstratierecht
In deze zaak, die betrekking heeft op een demonstratie in de hal van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, is de verdachte, geboren in 1962, bij arrest van 10 april 2024 door het gerechtshof Den Haag veroordeeld voor medeplegen van wederrechtelijk vertoeven in een voor de openbare dienst bestemd lokaal. De veroordeling vond plaats zonder oplegging van een straf of maatregel. De zaak is één van de acht demonstratiezaken die op dezelfde dag door het gerechtshof zijn behandeld. De verdachte heeft cassatie ingesteld, waarbij het verweer is gevoerd dat de vervolging in strijd is met het demonstratierecht zoals vastgelegd in artikel 11 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De procureur-generaal, D.J.M.W. Paridaens, concludeert dat het middel faalt, verwijzend naar eerdere conclusies in vergelijkbare zaken. De conclusie strekt tot verwerping van het beroep, waarbij geen grond voor vernietiging van de uitspraak van het hof is aangetroffen.