ECLI:NL:PHR:2025:563
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Beslag op voertuig zonder geldige tenaamstelling en de beoordeling van het strafvorderlijk belang
In deze zaak gaat het om een beklag van de klager tegen de ongegrondverklaring van zijn klaagschrift ex artikel 552a Sv door de rechtbank Limburg. De klager had zijn Citroën Berlingo, die op 18 augustus 2023 in beslag was genomen, aangeschaft met de bedoeling deze te gebruiken voor zijn werk. De rechtbank had op 13 februari 2024 het klaagschrift ongegrond verklaard, omdat het voertuig niet op naam van de klager stond en er een verdenking bestond van rijden zonder geldige tenaamstelling. De klager voerde aan dat hij niet op de hoogte was van de onregelmatigheden met betrekking tot de kentekenplaten en dat hij het voertuig dringend nodig had. De officier van justitie stelde dat het voertuig niet kon worden geretourneerd omdat het niet geregistreerd was en er geen kentekenhouder bekend was. De rechtbank oordeelde dat het strafvorderlijk belang zich verzette tegen teruggave van het voertuig, omdat het veiligstellen van de belangen waarvoor de inbeslagneming was toegestaan, noodzakelijk was. De Procureur-Generaal heeft in zijn conclusie gesteld dat de rechtbank onvoldoende heeft gemotiveerd waarom het strafvorderlijk belang nog steeds aanwezig was, en heeft geconcludeerd tot vernietiging van de beschikking en terugwijzing naar de rechtbank Limburg voor verdere behandeling.