ECLI:NL:PHR:2025:769

Parket bij de Hoge Raad

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
7 juli 2025
Zaaknummer
23/01464
Instantie
Parket bij de Hoge Raad
Type
Conclusie
Rechtsgebied
Strafrecht
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Cassatieberoep inzake uitvoer en vervoer van amfetamine op basis van EncroChat-berichten

In deze zaak gaat het om een cassatieberoep dat is ingesteld door de verdachte, die is veroordeeld voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte is beschuldigd van het uitvoeren en vervoeren van ongeveer 48 kilo amfetamine, ook wel bekend als speed, naar Zweden. De bewijsvoering is voornamelijk gebaseerd op chatberichten van EncroChat, waarin de verdachte en medeverdachten communiceren over de drugstransporten. De advocaat-generaal heeft in zijn conclusie gepleit voor strafvermindering vanwege de overschrijding van de redelijke termijn in de cassatiefase. Het hof heeft de bewezenverklaring van amfetamine gebaseerd op de gebruikte terminologie in de chats, waarbij speed, pep en snelle als synoniemen voor amfetamine worden beschouwd. De rechtbank heeft geoordeeld dat de chatberichten voldoende bewijs bieden voor de uitvoer van amfetamine, ondanks dat de drugs zelf niet in beslag zijn genomen. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot vernietiging van het bestreden arrest, maar enkel wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, en tot verwerping van het beroep voor het overige. De zaak heeft ook samenhang met een andere zaak onder parketnummer 23/01588.

Conclusie

PROCUREUR-GENERAAL
BIJ DE
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN

Nummer23/01464

Zitting8 juli 2025
CONCLUSIE
V.M.A. Sinnige
In de zaak
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1983,
hierna: de verdachte
1. Het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, heeft bij arrest van 13 april 2023 (parketnummer 21-001150-22) met aanvulling van gronden bevestigd het vonnis van de rechtbank Overijssel, zittingsplaats Zwolle, van 15 maart 2022 waarbij de verdachte wegens:
- ten aanzien van parketnummer 08/963589-20:
1) en 2) telkens "opzettelijk handelen in strijd met een artikel 2, onder A, van de Opiumwet gegeven verbod” en “opzettelijk handelen in strijd met een artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod”;
3) “medeplegen van poging tot afpersing”;
- ten aanzien van parketnummer 08/963634-20:
1) “de voortzetting van de werkzaamheid van een organisatie die bij onherroepelijke rechterlijke beslissing verboden is verklaard” en
2) “mishandeling”,
is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren, met aftrek van voorarrest, en waarin beslissingen zijn genomen omtrent het beslag.
2. Er bestaat samenhang met de zaak onder parketnummer 23/01588. In die zaak zal ik vandaag ook concluderen.
3. Het cassatieberoep is ingesteld namens de verdachte. M.E. van der Werf, (ten tijde van het indienen) advocaat in Amsterdam, heeft één middel van cassatie voorgesteld.
4. Het middel bevat de klacht dat het hof ten onrechte (ik begrijp: in de zaak met parketnummer 08/963589-20) onder 1 heeft bewezen verklaard dat de verdachte amfetamine heeft uitgevoerd, althans die bewezenverklaring onvoldoende en/of onbegrijpelijk heeft gemotiveerd.
5. Het hof heeft, in navolging van de rechtbank, ten laste van de verdachte in de zaak met parketnummer 08/963589-20 onder 1 bewezenverklaard dat:
“hij in de periode van 3 april 2020 tot en met 16 april 2020 in Nederland en in Zweden, tezamen en in vereniging met anderen,
- opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en
- opzettelijk heeft vervoerd ongeveer 48 kilo amfetamine (speed), zijnde amfetamine een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I”.
6. Het door het hof bevestigde (promis)vonnis houdt ten aanzien van het bewijs het volgende in (met weglating van voetnoten):

4.3.3.2 Parketnummer 08/963589-20
- Feit 1
Op 30 maart 2020 stuurt [medeverdachte 1] een bericht naar een onbekende met de volgende tekst: “Ik heb een klabt voor je man transport nederland zweden 85 snelle in nieuwe kluis. Kun je jouw man vragen of dit kan en wat t kost”.
In een chat van 3 april 2020 tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] vraagt [medeverdachte 2] of [verdachte] maandag 6 april 2020 de spullen kan afgeven, omdat de spullen woensdag 8 april opgehaald worden. [verdachte] benadert [medeverdachte 3] of hij de spullen kan brengen. [medeverdachte 3] bericht vervolgens dat een derde persoon “48 st” heeft en vraagt of hij ze “allemaal zal pakken of die 45 die we besteld hebben”. [verdachte] bericht: “Allemaal doe maar”. [verdachte] vraagt aan [medeverdachte 3] of de speed dubbel vacuüm zit. [medeverdachte 3] bevestigt dat de speed dubbel vacuüm zit en dat hij ze straks kan ophalen. In een volgend gesprek tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] wordt besproken dat [verdachte] 48 laat afleveren bij [medeverdachte 2] , waarvan 43 voor [verdachte] en 5 voor [medeverdachte 2] . In een gesprek tussen [medeverdachte 1] en [medeverdachte 2] laat [medeverdachte 1] weten dat de wagen waar het op geladen gaat worden een rit maakt naar Zweden. [medeverdachte 2] vraagt vervolgens of er die maandag weer nieuwe snelle gebracht kan worden naar Zweden.
In een gesprek tussen [verdachte] en de gebruiker van het Encrochat-account “christianbale” geeft [verdachte] aan dat het transport onderweg is en dat “christianbale” het vrijdagochtend op kan halen. Hieruit leidt de rechtbank af dat [verdachte] contact heeft met de ontvangende partij in Zweden.
Op 10 en 11 april 2020 vinden er chats plaats tussen [verdachte] en [medeverdachte 2] , waarin [verdachte] aan [medeverdachte 2] vraagt of hij al een tijd weet van het transport, waarna [medeverdachte 2] aangeeft dat er wachttijden zijn bij de boot. Dit meldt [verdachte] daarna aan de ontvangende partij in Zweden. In de chats op 14 april 2020 is te zien dat [verdachte] [medeverdachte 3] op de hoogte houdt van het transport en dat zij zich zorgen maken over het transport omdat het zo lang duurt. Uit chats in de periode van 14 april 2020 tot 24 april 2020 blijkt dat het ophalen van de drugs is mislukt.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat wettig en overtuigend bewezen is dat verdachte samen met anderen snelle/speed heeft vervoerd vanuit Nederland naar Zweden. Het is de rechtbank ambtshalve bekend dat speed als synoniem voor amfetamine wordt gebruikt. Dat de amfetamine niet in beslag is genomen staat niet in de weg aan een bewezen verklaring. De rechtbank is van oordeel dat de chatberichten en de foto’s die via de chats zijn verstuurd, de wijze waarop verdachte met de anderen chat over de te vervoeren “snelle/speed” en de bedragen die daarbij worden genoemd voldoende zijn om te komen tot de vaststelling dat het hier gaat om export van amfetamine. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de aankomst van de drugs in Zweden en dat daarmee sprake is geweest van het buiten het grondgebied van Nederland brengen van die drugs, zoals aan verdachte ten laste is gelegd.”
7. Het hof heeft dit in het bestreden arrest als volgt aangevuld:

“Aanvullende bewijsoverwegingen ten aanzien van het in de zaak met parketnummer

8.963589-20 onder 1 en 2 tenlastegelegde

Standpunt van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide feiten.
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het uitdrukkelijk onderbouwde standpunt gesteld dat op grond van de bewijsmiddelen niet vastgesteld kan worden dat er sprake was van amfetamine (feit 1).
(…)
Gelet op bovenstaande zou verdachte partieel vrijgesproken moeten worden van de in de feiten 1 en 2 tenlastegelegde (verlengde) uitvoer van amfetamine (…).
Oordeel van het hof
Het hof sluit zich wat betreft de vaststelling van de soort drugs die naar Zweden zou worden uitgevoerd aan bij de overwegingen van de rechtbank. Het hof overweegt in dat verband dat de termen “speed” en “pep” ook in de volksmond gebruikt worden om amfetamine aan te duiden. Bovendien is het Nederlandse woord “snelle” dat in de chats wordt gebruikt, aan te duiden als verhullend Nederlands taalgebruik voor de Engelse term “speed”. Uit de chats blijkt dat deze drie aanduidingen betrekking hebben op één en dezelfde lading. Daarnaast, blijkt uit de encrochat-berichten dat de lading dubbel vacuüm zou worden verpakt en in de vrachtwagen in een verborgen kluis vervoerd moest worden. Ook uit de wijze waarop de “snelle” ofwel “speed” ofwel “pep” verpakt en vervoerd zou worden, blijkt dat het hier om het uitvoeren van een lading verboden middelen gaat, waarbij het gelet op de gebruikte termen om niets anders dan amfetamine kan gaan. Dat verdachte door andere betrokkenen “belazerd” zou zijn en dat het maar de vraag is of er überhaupt wel transporten zijn geweest, zoals de raadsman nog heeft aangevoerd, kan het hof niet aannemen. Het gaat hier om een interpretatie van de verdediging waarover de verdachte zelf niet verklaart. De gebezigde bewijsmiddelen duiden bovendien wel op transporten gericht op het buitenland en de aanbieding van verboden verdovende middelen voor die transporten. (…)”
8. In de toelichting op het middel wordt aangevoerd dat hetgeen het hof blijkens het bewijs, dat volledig bestaat uit chatberichten, heeft vastgesteld onvoldoende is om bewezen te verklaren dat sprake was van het vervoer en de uitvoer van amfetamine.
9. De gebezigde bewijsmiddelen bestaan hoofdzakelijk uit processen-verbaal die betrekking hebben op acht EncroChat-accounts, waarvan er – mede op basis van de verklaring van de verdachte ter terechtzitting in hoger beroep – twee aan de verdachte worden toegeschreven, en de chats die door die accounts zijn gevoerd. In cassatie wordt niet bestreden dat de verdachte de gebruiker was van de accounts die aan hem worden toegeschreven en evenmin dat sprake was van vervoer en uitvoer van “iets”. Het is de steller van het middel enkel te doen om het bewijs van het bestanddeel “amfetamine”, dat ontoereikend zou zijn.
10. Idealiter wordt het bewijs van een verboden stof in Opiumwetzaken geleverd door een (positieve) (laboratorium)test. Uit de rechtspraak van de Hoge Raad komt echter naar voren dat het bewijs dat een stof een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I of II betreft ook kan bestaan uit bijvoorbeeld verklaringen van de verdachte of getuigen of andere redengevende feiten en omstandigheden. [1]
11. Het hof heeft – grotendeels in navolging van de rechtbank – uit de voor het bewijs gebezigde chatberichten een tweetal elementen gedestilleerd waarop het oordeel dat sprake was van amfetamine is gebaseerd. In de eerste plaats is dat de aanduiding van hetgeen vervoerd moest worden, namelijk – zo volgt uit de chatberichten – “speed”, “snelle” dan wel “pep”. Het hof heeft vastgesteld dat die benamingen zijn gebruikt om dezelfde lading aan te duiden. Evenals de rechtbank heeft het hof vervolgens geoordeeld dat het een feit van algemene bekendheid is dat speed een synoniem is voor amfetamine. Het hof heeft daaraan toegevoegd dat amfetamine in de volksmond ook pep wordt genoemd en dat snelle verhullend Nederlands taalgebruik is voor het Engelse speed. Het hof staat daarin niet alleen. Volgens Jellinek, expert op het gebied van middelengebruik en verslaving, is speed een drug met als actieve stof amfetamine en wordt het ook wel pep genoemd. [2] Ook het Trimbos-intituut, onafhankelijk kennisinstituut voor onder meer het gebruik van drugs, ziet speed en amfetamine als synoniemen. Zij schrijven dat speed een verboden harddrug is die op Lijst I van de Opiumwet staat als amfetamine. Ook zij melden dat speed ook wel pep wordt genoemd. [3] Het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid noemt als andere namen voor amfetamine onder meer speed, pep en snelle. [4] En – mede in verband met de door het hof genoemde volksmond – in het Seks & Drugs woordenboek van het BNNVARA programma Spuiten & Slikken staat eveneens dat speed, pep en snelle bijnamen zijn voor amfetamine. [5] De steller van het middel brengt daartegenin dat de woorden speed en snelle in het dagelijks spraakgebruik een verzamelnaam vormen voor meerdere stoffen. Een nadere onderbouwing daarvan ontbreekt. Ik kan die stelling in die zin volgen dat speed, pep of snelle vaak zal bestaan uit meerdere stoffen. Uit gegevens van het Trimbos-instituut is af te leiden dat het gemiddelde amfetaminegehalte in amfetaminemonsters vanaf 2019 schommelt rond de 50%. Aan de werkzame stof amfetamine is dan een versnijdingsmiddel toegevoegd, vaak cafeïne. [6] Maar anders dan de steller van het middel lijkt te impliceren, maakt dat over het algemeen niet dat er in die gevallen geen (verboden) amfetamine wordt aangetroffen. [7] Het tweede element uit de chatberichten dat het hof van belang heeft geacht, betreft de wijze waarop de snelle, speed dan wel pep verpakt en vervoerd zou worden, namelijk “dubbel vacuüm” verpakt en in een vrachtwagen in een verborgen kluis, waaruit het hof afleidt dat het gaat om de uitvoer van een lading verboden middelen.
Die omstandigheden in samenhang bezien brengen het hof tot het oordeel dat sprake was van de uitvoer van amfetamine. In het licht van de vrije selectie en waardering van het bewijsmateriaal door de rechter die over de feiten oordeelt [8] en het uitblijven van enige verklaring van de verdachte, acht ik het oordeel van het hof dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het vervoer en de uitvoer van amfetamine op grond van het voorgaande niet onbegrijpelijk en bovendien toereikend gemotiveerd.
12. Het middel faalt en kan worden afgedaan met een aan art. 81 lid 1 RO ontleende motivering.
13. Ambtshalve merk ik op dat in deze zaak op 14 april 2023 cassatieberoep is ingesteld. Dat betekent dat de behandeltermijn van zestien maanden [9] in de cassatiefase is overschreden. Dit dient te leiden tot strafvermindering. Andere gronden die ambtshalve tot vernietiging van de bestreden uitspraak aanleiding behoren te geven heb ik niet aangetroffen.
14. Deze conclusie strekt tot vernietiging van het bestreden arrest maar uitsluitend wat betreft de duur van de opgelegde gevangenisstraf, tot vermindering daarvan aan de hand van de gebruikelijke maatstaf en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De procureur-generaal
bij de Hoge Raad der Nederlanden
plv. A-G

Voetnoten

1.Vgl. bijv. HR 5 juni 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ8803 en HR 1 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1715. Zie ook de conclusie A-G Jörg (ECLI:NL:PHR:2010:BL8682) voor HR 6 april 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BL8682) (HR:81 RO) en de conclusie van A-G Bleichrodt (ECLI:NL:PHR:2017:1076, onder 13) voor HR 13 juni 2017, ECLI:NL:HR:2017:1076 (HR: 81 RO).
2.https://www.jellinek.nl/alcohol-drugs-gedrag/speed-amfetamine/ (geraadpleegd op 4 juli 2025).
3.https://www.drugsinfo.nl/speed/wat-je-moet-weten-over-speed/ (geraadpleegd op 4 juli 2025).
4.https://hetccv.nl/themas/georganiseerde-criminaliteit-en-ondermijning/drugscriminaliteit/drugssoorten/ (geraadpleegd op 4 juli 2025).
5.https://www.bnnvara.nl/spuitenenslikken/catalogus/woordenboek/s/speed (geraadpleegd op 4 juli 2025).
6.https://www.nationaledrugmonitor.nl/amfetamine-aanbod-en-markt/ (geraadpleegd op 4 juli 2025).
7.De Nationale Drugsmonitor, die onder meer betrekking heeft op amfetamine (“door gebruikers ook wel “speed” of “pep” genoemd, zie Amfetamine 7.1), houdt in dat in 2023 het overgrote deel (89,6%) van de door gebruikers als amfetamine gekochte en voor onderzoek aangeboden drugsmonsters ook echt amfetamine bevatte, zie https://www.nationaledrugmonitor.nl/amfetamine-aanbod-en-markt/ (geraadpleegd op 4 juli 2025). Ik merk op dat het in de onderhavige zaak niet gaat om een gebruiker/koper, maar om een verdachte van grootschalige uitvoer die – zo heeft het hof vastgesteld – niet heeft verklaard dat hij is “belazerd”.
8.HR 11 april 2006, ECLI:NL:HR:2006:AU9130.
9.De verdachte bevond zich ten tijde van het instellen van beroep in cassatie en ook ten tijde van de betekening van de aanzegging van het cassatieberoep in voorlopige hechtenis in verband met de onderhavige zaak.