Conclusie
1.Inleiding en aanleiding
‘Notitie Horen getuigen door SGJ 2023’(hierna ook: de notitie) en een rapport van bureau Andersson Elffers Felix van 25 maart 2025 getiteld
‘Evaluatie pilot ‘horen van getuigen door senior gerechtsjuristen’ Eindrapport onderzoek in opdracht van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden’(hierna ook: het rapport). Voor zover voor deze vordering relevant, komt hetgeen in het rapport wordt vermeld over de juridische grondslag en de werkwijze van de pilot overeen met de opmerkingen daarover in de notitie.
Hoe vindt de selectie plaats van geschikte zaken (welke criteria worden gehanteerd?)?
Zijn de SGJ’s gerechtsauditeurs of rijksambtenaren?
Is de raadsheer-commissaris betrokken bij de beslissing welke vragen aan de getuigen worden gesteld?
Zijn er schriftelijke instructies voor de SGJ’s of beleidsstukken opgesteld waarin de werkwijze wat uitvoeriger wordt beschreven?
Controleert de raadsheer-commissaris of alle relevante vragen zijn gesteld? Stelt de raadsheer-commissaris in voorkomende gevallen aanvullende vragen?
Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden had te maken met stevige achterstanden bij Strafrecht
werkvoorraadvan het kabinet is significant gedaald in de pilotperiode: van in totaal 532 zaken in oktober 2023 tot 312 zaken in december 2024. (…)
doorlooptijden,dan blijkt dat in het ‘pilotjaar’ zaken bij het kabinet RHC
minder langop de plank lagen. Vooral de categorieën van zaken die 9 tot 12 maanden of meer dan een jaar op de plank liggen, zijn in de periode tussen januari 2024 en december 2024 fors teruggebracht (respectievelijk met 72% en 55%).
zeer positiefover de inhoudelijke kwaliteit van de door SGJ’s opgestelde processen-verbaal. Meermaals wordt genoemd dat er geen sprake is van merkbaar verschil in de PV’s die door SGJ’s zijn opgesteld ten opzichte van die van RHC’s. Ook de kwaliteit van de verhoren die uit de PV’s blijkt wordt vaak genoemd. Er komen op dit vlak geen verbeterpunten naar voren.
ervaren procedurele rechtvaardigheidin de pilot is op orde. Geïnterviewde advocaten ervaren de verhoren als kwalitatief goed. Advocaten geven aan dat zij de ingebouwde waarborgen (zoals het benodigde akkoord) voldoende achten om de positie en belangen van hun cliënt te kunnen waarborgen. Ook getuigen ervaren de verhoren als prettig, respectvol en duidelijk.
Overdracht van bevoegdheden door de RHC
2.De onderhavige zaak
proces-verbaal van verhoor getuige
De senior gerechtsjurist geeft aan dat in het dossier gegevens bekend zijn over zorgen over geweld in het gezin. De raadsman geeft aan dat de voorinformatie niet gaat over het gezin, maar over [verdachte] .Zoals in de aangifte staat, had ik [verdachte] die middag ook gesproken. Dus daar wist ik wat van, maar verder niets.”
3.Cassatie in het belang der wet
beslissingvan de voorzitter om de zaak tijdens de fysieke zitting inhoudelijk te behandelen terwijl één van de andere rechters aan het onderzoek ter terechtzitting deelneemt door middel van een tweezijdig audiovisueel communicatiemiddel, betreft een
handelingwaartegen geen hoger beroep of cassatieberoep openstaat.” (curs. PG) [9]
4.De toepasselijke wettelijke bepalingen
Artikel 14
Tweede boek. Strafvordering in eersten aanleg
5.De senior gerechtsjurist als gerechtsambtenaar
Opinion no. 22 (2019)van de
Consultative Council of European Judges(CCJE), met de titel
The role of judicial assistants, in de volgende aanbeveling tot uitdrukking gebracht: [15]
Geen wettelijke grondslag voor een getuigenverhoor door een senior gerechtsjurist
de rechter-commissarisde getuige verhoort. De getuige legt zijn of haar verklaring in beginsel af zonder zich van een schriftelijk opstel te bedienen (art. 220 Sv). Dit wettelijk systeem brengt mee dat de getuige mondeling door de rechter-commissaris moet worden gehoord. Hieraan ligt de gedachte ten grondslag dat de waarheid wordt gediend door het mondelinge verhoor, waarin de getuige minder gelegenheid heeft de rechtstreekse beantwoording van een vraag te ontlopen, de consistentie van zijn of haar zienswijze beter kan worden getoetst en kan worden nagegaan of het verhaal van horen-zeggen is. [19] Volgens art. 172 Sv doet de rechter-commissaris door de griffier een proces-verbaal opmaken van hetgeen bij het onderzoek is verklaard, verricht en voorgevallen of door hem is waargenomen. In hoger beroep zijn die bepalingen van overeenkomstige toepassing op verhoren in het kabinet van de raadsheer-commissaris (art. 411a en 420 Sv).
in de hoedanigheid van opsporingsambtenaarde betrokkene te horen. Het is ook niet de bedoeling dat langs deze weg capaciteitsproblemen bij het kabinet van de rechter-commissaris of raadsheer-commissaris worden opgelost. De memorie van toelichting bij het voorstel voor de vaststelling van een nieuw Wetboek van Strafvordering is hierover duidelijk: [22]
‘onafhankelijk en onpartijdig gerecht dat bij de wet is ingesteld’, zoals bedoeld in art. 6 EVRM, omvat ook de eis dat in een concrete zaak in overeenstemming met de nationale wettelijke regels wordt gehandeld. Het gaat dan met name over bepalingen betreffende de onafhankelijkheid van de leden van een gerecht, de duur van hun ambtstermijn en hun onpartijdigheid die, indien geschonden, de deelname van een of meer rechters aan de behandeling van een zaak
‘irregular’maakt. [26] Over het begrip “bij wet ingesteld” overwoog het EHRM onder meer:
“Accordingly, if a tribunal does not have jurisdiction to try a defendant in accordance with the provisions applicable under domestic law, it is not “established by law” within the meaning of Article 6 § 1” [27] Ik realiseer mij dat de zittingsrechter en de onderzoeksrechter in dit verband niet inwisselbaar zijn, gelet op hun verschillende rollen in het strafproces. Dat betekent echter niet dat de vereisten van onafhankelijkheid en onpartijdigheid als bedoeld in art. 6 lid 1 EVRM voor een raadsheer-commissaris zonder betekenis zijn. [28]