Conclusie
1.Inleiding
2.Waar het in cassatie om gaat
3.Het middel
7-04-2021”. Een vonnismededeling behorend bij of gehecht aan de ‘akte van uitreiking’ bevindt zich niet bij de aan de Hoge Raad gezonden stukken. De akte vermeldt voorts:
[verbalisant]
[verdachte]
[geboortedatum] -1986
[geboorteplaats]
Zvwovp
17-020062-12
VK: handtekening]
Wenst niet te tekenen
voorzitterdeelt mede dat eerst de tijdigheid van het ingestelde hoger beroep dient te worden besproken. Het hoger beroep is ingesteld op 23 juni 2021. Het vonnis waartegen het hoger beroep is ingesteld, is van 13 maart 2013. Verdachte was niet aanwezig ter terechtzitting in eerste aanleg.
verdachteverklaart:
raadsmanbrengt ter aanvulling naar voren:
voorzitterdeelt mede:
raadsmanbrengt daarover naar voren:
verdachteantwoordt:
voorzitterdeelt vervolgens mede:
raadsmanvoert het woord overeenkomstig zijn ter terechtzitting overgelegde pleitnota, voor zover het de ontvankelijkheid van het ingestelde hoger beroep betreft. Deze pleitnota wordt aan dit proces-verbaal gehecht en maakt daarvan deel uit. In aanvulling op deze pleitnota voert de raadsman nog het volgende aan:
voorzittersluit het onderzoek ter terechtzitting, spreekt zijn beslissing uit en motiveert als volgt: