3.3Blijkens het proces-verbaal van de behandeling in raadkamer heeft de raadsman van de klager gepleit aan de hand van de als bijlage I aangehechte spreekaantekeningen. Deze houden, met weglating van de voetnoten, het volgende in:
“Inzake klaagschrift ex art. 552a Sv van [klager]
1. Bij beslissing van 22 november 2023 heeft de rechter-commissaris bepaald dat 1727 bestanden als geheimhoudersinformatie zijn aangemerkt worden uitgegrijsd zodat deze ontoegankelijk blijven voor het onderzoeksteam. De overige inbeslaggenomen bestanden zouden kunnen worden verstrekt aan het onderzoeksteam.
2. Op dat moment had klager de bestanden die verstrekt zouden worden aan het onderzoeksteam (nog) niet kunnen controleren. Dit maakte dat klager zich genoodzaakt voelde een klaagschrift in te dienen. Immers kon, vanwege de redenen vermeld in het klaagschrift, niet worden uitgesloten dat verschoningsgerechtigde gegevens zouden worden verstrekt aan het onderzoeksteam.
3. Na het indienen van het klaagschrift zijn de bestanden die door de rechter-commissaris aangemerkt als niet-geheimhoudersinformatie waren en die aan het onderzoeksteam verstrekt zouden (kunnen) worden ter beschikking gesteld aan klager. De bestanden zijn vervolgens geanalyseerd.
4. Die analyse geeft aanleiding tot handhaving van het klaagschrift. De kern van dit klaagschrift gaat over de principiële vraag hoe het 'uitgrijsproces' ingericht dient te worden.
Ter toelichting geldt het volgende.
FEITEN
5. In januari 2024 heeft de FIOD voormelde bestanden aan klager gezonden in de vorm van een ZIP-bestand. Naast de bestanden is het programma QView toegestuurd. QView is, zo vermeldt het begeleidend schrijven van de FIOD, een afgeslankte analysetool waarmee gezocht kan worden op specifieke bestanden en/of termen.
6. Mijn kantoor beschikt over een licentie voor een andere analysetool: NUIX. Aangezien (onze licentie van) NUIX niet een afgeslankte, maar een volledige analysetool betreft werkt het sneller en eenvoudiger dan QView. Uit eerdere ervaringen met de FIOD van mijzelf en kantoorgenoten is bekend dat de FIOD gebruik maakt van verschillende analysetools (telkens in niet-afgeslankte vorm), waaronder Hansken, FTK/Adlab en NUIX. Al deze programma's maken het eenvoudiger grote hoeveelheden data te doorzoeken en te analyseren.
7. Voormelde bestanden zijn, gelet op het voorgaande, bekeken via NUIX. Dat is geen ingewikkeld proces. De toegestuurde data zijn, kortweg, opgeslagen in de map van NUIX en via dat programma geopend, in plaats van via het programma QView.
8. Vervolgens zijn de bestanden geanalyseerd. Uit deze analyse volgt dat een groot aantal zoektermen 'hits' opleverden terwijl dit niet nader was toegelicht in de beslissing van de rechter-commissaris. Een aanzienlijk aantal van deze hits vielen evident onder de reikwijdte van het verschoningsrecht, nu daarin namen en andere identificerende gegevens van patiënten van klager werden genoemd. Over deze opmerkelijke gang van zaken is op 26 maart jl. een e-mail gestuurd aan de rechter-commissaris (Bijlage 1), daarin waren ook - ter illustratie - de volgende twee voorbeelden opgenomen.
Op 3 december 2014 is een agenda afspraak ingepland door een collega van cliënt met als onderwerp: "PM: dr. [naam] bellen over pt. [achternaam patiënt] [geboortedatum patiënt]".
De zoekterm 'pt' is op 20 januari 2023 door de verdediging opgegeven, en deze afspraak komt op basis van die zoekterm als 'hit' naar boven. De naam incl. geboortedatum van deze patiënt van cliënt volgt vervolgens uit de afspraak, reden waarom zij onder de reikwijdte van het verschoningsrecht valt. (Vgl. ECLI:NL:HR:2018:533 en ECLI:NL:HR:2023:1268). Het tweede voorbeeld betreft wederom een agenda afspraak, ditmaal een uitnodiging voor kwaliteitsbespreking tussen collega 's. In de afspraak wordt onder meer aangegeven:
"De volgende patiënten zullen worden besproken:
1. Mw. [achternaam patiënt], pt nummer […], geb. [geboortedatum patiënt].
Status na MVP, LV reconstructie met gepropageerd beloop.
Betrokken chirurgen [naam 1] en [naam 2].”
9. In reactie op deze e-mail is op 28 maart jl. telefonisch contact geweest met de rechter-commissaris, waarna hij de kern van dat gesprek in een e-mail uiteenzette (eveneens bijlage 1):
De FIOD gebruikt voor de filtering van data de applicatie FTK/Adlab. De filtering van deze case heeft plaatsgevonden door zowel aan de hand van zoektermen als handmatig bookmarks toe te kennen aan geheimhoudersinformatie (zgn. hits). De data is vervolgens aan u toegestuurd in de vorm van een portable case middels een vereenvoudigde versie van FTK/Adlab, genaamd QView. In deze portable case zijn voor u alleen de bestanden zonder hit(s) zichtbaar. De bestanden met hits zijn uitgegrijsd en daardoor voor u in die portable case niet zichtbaar. Doordat u de data heeft geëxporteerd en in uw eigen forensische software (NUIX) heeft ingeladen verdwijnen de in FTK/Adlab aangebrachte bookmarks en worden ook de bestanden met hits voor u zichtbaar. U heeft vervolgens de zoektermenlijst toegepast op alle bestanden, terwijl u in de veronderstelling verkeerde dat u alleen de bestanden zonder hits doorzocht. Dit verklaart dat de zoektermen hits opleveren.
10. In essentie stelt de rechter-commissaris dat met het openen van de bestanden via NUIX de uitgrijzing, zoals deze was uitgevoerd onder gezag van de rechter-commissaris, onbewust en onbedoeld ongedaan was gemaakt.
11. De voormelde bestanden zijn gevorderd bij [ziekenhuis]. Hoewel klager niet over de vordering beschikt, is aannemelijk dat art. 126aa Sv van toepassing is op de gevorderde gegevens. Deze dienen dan ook, indien zij onder het verschoningsrecht vallen, onmiddellijk vernietigd te worden.
12. In het Besluit bewaren en vernietigen niet-gevoegde stukken wordt met het vernietigen van een voorwerp gelijkgesteld het "op zodanige wijze bewerken van een voorwerp dat de gegevens die daaraan voor de bewerking konden worden ontleend, niet meer kenbaar zijn."
13. In 2022 en 2024 heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de verhouding tussen deze verplichting tot vernietiging van gegevens en de praktijk van het 'uitgrijzen'. In de kern genomen overweegt de Hoge Raad dat 'uitgrijzen' een toegelaten wijze van vernietiging van gevorderde gegevens kan zijn indien de gegevens daarna "niet meer kenbaar zijn", "zodat is verzekerd dat die gegevens geen deel uitmaken van de processtukken en dat daarop in het verdere verloop van het strafproces geen acht kan worden geslagen." Daarbij acht de Hoge Raad het van belang dat vaststellingen worden gedaan "over de wijze waarop is gewaarborgd dat personen die bij het opsporingsonderzoek zijn betrokken op geen enkele wijze toegang kunnen krijgen tot de 'uitgegrijsde' gegevens." Ook acht de Hoge Raad het, in 2024, van belang dat als bij de vernietiging gebruik wordt gemaakt van technische voorzieningen deze - kortweg - registreren welke handelingen binnen het systeem hebben plaatsgevonden.
14. In casu verzekert de uitgrijzing geenszins dat in de verdere verloop van het strafproces geen acht kan worden geslagen op de uitgegrijsde gegevens. Noch is verzekerd dat personen van het opsporingsteam "op geen enkele wijze toegang kunnen krijgen tot de 'uitgegrijsde' gegevens." Opgemerkt wordt dat de Hoge Raad een hoge lat stelt: kunnen krijgen. Zelfs de mogelijkheid van toegang tot verschoningsgerechtigde data is ontoelaatbaar.
15. Die mogelijkheid bestaat in casu evident. Onbewust en onbedoeld is toegang tot alle uitgegrijsde gegevens verkregen door een ander programma te gebruiken dan meegestuurd. Dit betekent dat het ook voor leden van het onderzoeksteam, onbewust of moedwillig, mogelijk is toegang tot die uitgegrijsde gegevens te krijgen. In dit verband geldt het volgende.
• Het onderzoeskteam zal vermoedelijk geen gebruik maken van QView. Zoals gesteld is dat een uitgeklede versie van een analysetool.
• Het onderzoeksteam heeft vermoedelijk toegang tot (in elk geval) NUIX, FTK Adlab en Hansen. Het is bekend dat de uitgegrijsde gegevens zichtbaar worden in NUIX. Het is thans niet bekend in hoeverre dat ook het geval is bij de andere twee genoemde analysetools, maar het is niet onaannemelijk dat de uitgegrijsde gegevens ook bij gebruik van deze analysetools zichtbaar worden.
• Het onderzoeksteam krijgt, net als klager, vermoedelijk toegang tot de rauwe dataset. Dit betekent dat ook de niet-uitgegrijsd gegevens (in rauwe vorm) aan het onderzoeksteam ter beschikking zouden worden gesteld. Ook los van enige analysetool is het vervolgens mogelijk de verschoningsgerechtigde gegevens te raadplegen, bijvoorbeeld wanneer een lid van het onderzoeksteam een bronbestand zou willen controleren.
16. Het huidige filterproces voldoet dan ook niet aan de waarborgen zoals die gelden voor verschoningsgerechtigde data. De verschoningsgerechtigde gegevens dienen te worden vernietigd of, in elk geval, zodanig te worden uitgegrijsd dat zij daadwerkelijk ontoegankelijk zijn voor het onderzoeksteam, waarbij de noodzakelijke waarborgen in acht worden genomen.
17. Tot slot wordt het volgende opgemerkt. Naar aanleiding van de e-mail van de rechter-commissaris d.d. 28 maart 2024 zijn de bestanden ook via QView bekeken teneinde te beoordelen of de initiële beoordeling door de rechter-commissaris (los van de uitgrijs-kwestie) goed is gegaan.
18. Op basis van deze beoordeling geldt het volgende. Acht bestanden zijn ten onrechte niet als geheimhoudersinformatie aangemerkt. Dit betreffen, kortweg, agenda-items waar de naam en geboortedatum van een patiënt worden genoemd, alsook een overkoepelend bestand waarin - zo lijkt - alle gevorderde bestanden staan vermeld. Deze bestanden werden geraakt door de, door de rechter-commissaris verwijderde, zoektermen 'hr' en 'kamer'. De bestanden dienen alsnog als verschoningsgerechtigd aangemerkt te worden.
19. Klager verzoekt uw rechtbank:
(i.) het klaagschrift gegrond te verklaren en te bepalen dat de rechter-commissaris een nieuwe beslissing neemt over het verschoningsrecht waarbij ook de beoordeling van de verdediging wordt meegenomen;
(ii.) primair te bepalen dat de rechter-commissaris de gegevens die door hem zijn (of worden) aangemerkt als geheimhoudersinformatie zal laten vernietigen; of
(iii.) subsidiair te bepalen dat de rechter-commissaris de gegevens die door hem zijn (of worden) aangemerkt als geheimhoudersinformatie zal laten uitgrijzen zodat deze niet meer kenbaar zijn, is verzekerd dat die gegevens geen deel uitmaken van de processtukken en dat daarop in het verdere verloop van het strafproces geen acht kan worden geslagen en zodat gewaarborgd is dat personen die bij het opsporingsonderzoek zijn betrokken op geen enkele wijze toegang kunnen krijgen tot de uitgegrijsde gegevens.
Verzocht wordt aan de griffier deze spreekaantekeningen aan het proces-verbaal van de behandeling te hechten opdat ze daar deel van uitmaken.”