ECLI:NL:PHR:2025:975
Parket bij de Hoge Raad
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid in hoger beroep wegens termijnoverschrijding na detentie in het buitenland
In deze zaak is de verdachte, geboren in 1980, niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep door het gerechtshof Amsterdam. De verdachte was gedetineerd in Frankrijk ten tijde van de zitting op 17 oktober 2022, waar hij bij verstek is veroordeeld. Hij heeft pas op 6 januari 2023 hoger beroep ingesteld, wat meer dan drie weken na zijn terugkeer in Nederland was. De verdachte voerde aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij in het buitenland gedetineerd zat en moeite had gedaan om hoger beroep aan te tekenen. Het hof oordeelde echter dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de verdachte geen onderbouwing had gegeven voor het onbenut laten van de mogelijkheid om in de weken na zijn terugkeer in Nederland hoger beroep in te stellen. De conclusie van de procureur-generaal strekt tot verwerping van het beroep, omdat de wet bepaalt dat hoger beroep binnen veertien dagen na de einduitspraak moet worden ingesteld, en de omstandigheden die de verdachte aanvoert niet voldoende zijn om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. Het hof heeft geoordeeld dat de verdachte niet ontvankelijk is in zijn hoger beroep, en dit oordeel is niet onjuist of onbegrijpelijk.