Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding 26 februari 2009,
- de akte overlegging producties,
- de conclusie van antwoord met producties,
- het vonnis van 3 juni 2009 waarin een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van de comparitie van 10 september 2009 en de bij die gelegenheid in het geding gebrachte producties,
- de conclusie van repliek tevens akte vermindering eis,
- de conclusie van dupliek met producties,
- het proces-verbaal van de pleidooien van 29 juni 2010.
2.De feiten
- Tijdens de aanleg van de parkeerkelder wordt gebruik gemaakt van het polderprincipe, waarna een waterdichte parkeerkelder wordt aangebracht in den droge.
- Tijdens de uitvoering wordt onderwaterbeton aangebracht, waardoor een waterdichte bouwkuip ontstaat.
3.Het geschil
4.De beoordeling
- a) behoort het bij een aanbesteding voor een ontwerp- en realisatieovereenkomst voor een inschrijver met de omvang, kennis en ervaring van Ballast Nedam naar objectieve maatstaven kenbaar te zijn dat in het [boek] bij de opbarstberekening een fout is gemaakt?
- b) zo ja, is de fout in de berekening zodanig dat Ballast Nedam uit deze fout had moeten opmaken dat uitvoering met behulp van het tijdelijke polderprincipe niet mogelijk was en zo ja, had Ballast Nedam naar uw mening de Gemeente hiervoor dienen te waarschuwen?
- c) welke onderzoeken en welke berekeningen dient een inschrijver bij een aanbesteding voor een ontwerp- en realisatieovereenkomst zelf uit te (laten) voeren? Is het nodig of gebruikelijk dat een inschrijver zelf een opbarstberekening narekent?
- d) had Ballast Nedam de fout behoren te ontdekken als zij de hiervoor onder (c) genoemde onderzoeken en/of berekeningen had uitgevoerd?
- e) zo nee, waren er in het onderhavige geval voor een inschrijver aanwijzingen in het [boek] om toch nader onderzoek te verrichten of de opbarstberekening na te rekenen?
- f) leidt kennisname van de vragen en antwoorden in de Nota van Inlichtingen, zoals weergegeven onder 2.8, tot andere antwoorden op de hiervoor gestelde vragen? En zo ja, welke?
- g) heeft u verder nog opmerkingen die voor de beoordeling van belang kunnen zijn?
5.De beslissing
25 augustus 2010voor het nemen van een akte door beide partijen waarin zij zich uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage,