Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2014 in de zaak tussen
[naam], te [woonplaats], eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, uitgesproken door de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2014, staat de vraag centraal of eiseres een vrije uitweg heeft vanaf haar perceel naar de openbare weg. De rechtbank behandelt het beroep van eiseres tegen besluiten van het dagelijks bestuur van stadsdeel Zuid van de gemeente Amsterdam, die de busparkeergelegenheid in de [straat a] heeft opgeheven en een nieuwe halteplaats heeft aangewezen. Eiseres stelt dat deze besluiten inbreuk maken op haar recht op een vrije uitweg en dat de verkeersveiligheid in het geding is. De rechtbank overweegt dat het Reglement verkeersregels en verkeerstekens (RVV) 1990 geen definitie geeft van een in-/uitrit, maar dat jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State aangeeft dat een uitweg herkenbaar moet zijn voor andere weggebruikers. De rechtbank concludeert dat eiseres geen formele uitweg heeft en dat de besluiten van verweerder niet in strijd zijn met de Wegenverkeerswet 1994. De rechtbank verklaart het beroep tegen het eerste besluit niet-ontvankelijk en het beroep tegen het tweede besluit ongegrond. Eiseres wordt in de proceskosten veroordeeld tot een bedrag van € 487,--.