Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
4 april 2012, is heropend,
[vader], in vrijwaring te doen dagvaarden,
2.De feiten
Maandtermijn
Origineel gezien op 19/12/08 [naam]”. Naast deze met de handgeschreven tekst staat een stempel van het [bedrijf], zijnde een bij de totstandkoming van de onderhavige kredietovereenkomst betrokken tussenpersoon. Voormelde loonstrook vermeldt, net als de aanhef van de kredietovereenkomst, als het adres van [gedaagde] Van [adres].
3.Het geschil
4.De beoordeling
10 oktober 2010 heeft [gedaagde] ook geen bedrag meer in mindering op de vervallen rentetermijnen voldaan. Als gevolg daarvan bedroeg het totale uitstaande saldo (hoofdsom + contractuele rente) ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding op 12 mei 2011, een bedrag van EUR 35.439,81. De door [gedaagde] in haar akte van 6 november 2013 nog genoemde deurwaarderskosten zijn van een latere datum en zijn dus niet in dat bedrag inbegrepen. Geoordeeld wordt dat De IJssel met voormelde overzichten haar vordering op [gedaagde] voldoende heeft onderbouwd en gespecificeerd. Dit betekent dat de door De IJssel gevorderde hoofdsom zal worden toegewezen, vermeerderd met de gevorderde contractuele rente van 10,4% per jaar (welk percentage binnen de marges van de Wet op het Consumentenkrediet valt).
1.447,50(2,5 punt × tarief € 579,00)