In deze zaak gaat het om een deelgeschil waarbij de verzoekster, een patiënt, VUmc aansprakelijk stelt voor de schade die zij heeft geleden na een val van een trolley op de spoedeisende hulp. De val vond plaats op 18 november 2008, toen de verzoekster, die al eerder was gevallen en verward was, op een trolley in behandelkamer 4 was geplaatst. Tijdens een korte afwezigheid van de SEH-verpleegkundige viel de verzoekster van de trolley en liep zij ernstige verwondingen op, waaronder een subduraal hematoom. De rechtbank oordeelt dat VUmc niet de zorgvuldigheid heeft betracht die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot verwacht mag worden. De rechtbank concludeert dat de verzoekster aan een groter risico is blootgesteld dan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs verantwoord was. De rechtbank wijst de aansprakelijkheid van VUmc toe en bepaalt dat de kosten van de behandeling van het verzoek aan de zijde van de verzoekster worden begroot op € 6.750,00, vermeerderd met kantoorkosten en btw, en het griffierecht van € 75,00. VUmc wordt veroordeeld tot betaling aan de verzoekster binnen 10 dagen na dagtekening van de beschikking.