3.1.Glencore vordert - samengevat na eiswijziging - dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis:
Ten aanzien van NB/ZSP, UTB en de curatoren
1. voor recht verklaart dat het in het geding zijnde aluminium door de stolling in december 2011 geen bestanddeel is geworden van het elektrolysefabrieksgebouw;
2. voor recht verklaart dat Glencore’s pandrecht op het in het geding zijnde aluminium niet is vervallen ten gevolge van de stolling in december 2011;
3. voor recht verklaart dat enige overdracht of bezwaring van het in het geding zijnde aluminium door ZSP aan UTB of enige andere derde niet geldig is;
4. voor recht verklaart dat Glencore’s Pandrecht op het in het geding zijnde aluminium niet is vervallen ten gevolge van enige verkoop, overdracht of bezwaring van het aluminium door ZSP aan UTB of enige andere derde;
5. gedaagden veroordeelt om het aluminium in de feitelijke macht van Glencore te brengen, althans te gehengen en te gedogen dat het aluminium in de feitelijke macht van Glencore wordt gebracht;
1. ZSP verbiedt om zonder medewerking of akkoord van Glencore het aluminium uit de ovens te halen, althans niet zonder dat voldaan is aan daaraan door de rechtbank in goede justitie te stellen voorwaarden, om te smelten, te verkopen, te leveren en/of er anderszins over te beschikken en daartoe instructies aan derden te geven, onder verbeurd verklaring van een dwangsom van EUR 150.000,00 (zegge: honderdvijftigduizend euro) per dag dat niet volledig aan deze veroordeling wordt voldaan;
2. ZSP veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te gehengen en te gedogen dat Glencore het aluminium uit de ovens laat halen, omsmelten en verkoopt, onder verbeurd verklaring van een dwangsom van EUR 150.000,00 (zegge: honderdvijftigduizend euro) per dag dat niet volledig aan deze veroordeling wordt voldaan;
3. voor recht verklaart dat ZSP onrechtmatig heeft gehandeld jegens Glencore door haar te belemmeren in de uitoefening van haar Pandrecht op het in het geding zijnde aluminium als in het lichaam van de Dagvaarding omschreven in par. 134-137 en par. 295-351 van de Conclusie van Repliek en verplicht is de schade te vergoeden die Glencore daardoor heeft geleden; en
4. ZSP, hoofdelijk met NB en UTB, veroordeelt tot vergoeding van de ten gevolge van dat onrechtmatige handelen door Glencore geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.459.200,00 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 19 december 2011, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
1. voor recht verklaart dat ZSP ongerechtvaardigd is verrijkt ten koste van Glencore ten gevolge van de natrekking van het aluminium als omschreven in het lichaam van de Dagvaarding in par. 143-149 en par. 368-407 van de Conclusie van Repliek en verplicht is de schade van Glencore te vergoeden;
2. ZSP veroordeelt tot vergoeding van de door Glencore ten gevolge van de ongerechtvaardigde verrijking geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.228.350,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 september 2012, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ten aanzien van NB:
Primair:
1. NB verbiedt om zonder medewerking of akkoord van Glencore het aluminium uit de ovens te halen, althans niet zonder dat voldaan is aan daaraan door de rechtbank in goede justitie te stellen voorwaarden, om te smelten, te verkopen, te leveren en/of er anderszins over te beschikken en daartoe instructies aan derden te geven, onder verbeurd verklaring van een dwangsom van EUR 150.000,00 (zegge: honderdvijftigduizend euro) per dag dat niet volledig aan deze veroordeling wordt voldaan;
2. NB veroordeelt om binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te gehengen en te
gedogen dat Glencore het aluminium uit de ovens laat halen, omsmelten en verkoopt, onder verbeurd verklaring van een dwangsom van EUR 150.000,00 (zegge: honderdvijftigduizend euro) per dag dat niet volledig aan deze veroordeling wordt voldaan;
3. voor recht verklaart dat NB onrechtmatig heeft gehandeld jegens Glencore door haar te belemmeren in de uitoefening van haar Pandrecht op het in het geding zijnde aluminium als in het lichaam van de Dagvaarding omschreven in par. 134-142 en par. 295-351 van de Conclusie van Repliek en verplicht is de schade te vergoeden die Glencore daardoor heeft geleden; en
4. NB, hoofdelijk met ZSP en UTB, veroordeelt tot vergoeding van de ten gevolge van dat onrechtmatige handelen door Glencore geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.459.200,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 19 december 2011, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
1. voor recht verklaart dat NB ten koste van Glencore ongerechtvaardigd is verrijkt als omschreven in het lichaam van de Dagvaarding in par. 138-142 en verplicht is de schade van Glencore te vergoeden; en
2. NB te veroordeelt tot vergoeding van de door Glencore ten gevolge van ongerechtvaardigde verrijking geleden schade, te weten betaling van een bedrag van EUR 3.000.000,00 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 18 november 2011, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
1. voor recht verklaart dat NB ten koste van Glencore ongerechtvaardigd is verrijkt ten gevolge van de natrekking van het aluminium als omschreven in het lichaam van de Dagvaarding in par. 143-149 en par. 368-407 van de Conclusie van Repliek en verplicht is de schade van Glencore te vergoeden;
2. NB veroordeelt tot vergoeding van de door Glencore ten gevolge van de ongerechtvaardigde verrijking geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.228.350,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 september 2012, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
1. UTB verbiedt het aluminium uit de ovens te halen, althans niet zonder dat voldaan is aan daaraan door de rechtbank in goede justitie te stellen voorwaarden, om te smelten, te verkopen, te leveren en/of er anderszins over te beschikken, onder verbeurd verklaring van een dwangsom van EUR 150.000,00 (zegge: honderdvijftigduizend euro) per dag dat UTB niet volledig aan deze veroordeling voldoet; en
2. UTB te veroordeelt binnen 24 uur na betekening van dit vonnis te gehengen en te gedogen dat Glencore het aluminium uit de ovens laat halen, en te bevelen om alle mogelijk vereiste medewerking te verlenen aan een door Glencore of UTB Holding bij de Provincie Zeeland in te dienen melding daarvan, althans onder daaraan door de rechtbank in goede justitie te stellen voorwaarden, onder verbeurd verklaring van een dwangsom van EUR 150.000,00 (zegge: honderdvijftigduizend euro) per dag dat UTB niet volledig aan deze veroordeling voldoet;
3. voor recht verklaart dat UTB onrechtmatig heeft gehandeld jegens Glencore door haar te belemmeren in de uitoefening van haar Pandrecht op het in het geding zijnde aluminium als in het lichaam van de Dagvaarding omschreven in par. 134-137, par. 35, 36, 40-43 en 46 van de Akte Eiswijziging en par. 295-351 van de conclusie van repliek en verplicht is de schade te vergoeden die Glencore daardoor heeft geleden; en
4. UTB, hoofdelijk met NB en ZSP, te veroordeelt tot vergoeding van de ten gevolge van dat onrechtmatige handelen door Glencore geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.459.200,00, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag.
althans de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 19 december 2011, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ten aanzien van Curatoren:
1. Curatoren verbiedt om binnen drie maanden na een in dit geding te wijzen in kracht van gewijsde gegaan vonnis krachtens art. 58 Faillissementswet (Fw.) over te gaan tot opeising en verkoop van het aan Glencore verpande aluminium;
2. voor recht verklaart dat indien Curatoren krachtens art. 58 Fw. overgaan tot opeising en verkoop van het verpande aluminium, Glencore onverminderd het recht behoudt op de volledige opbrengst van dit aluminium, slechts onder aftrek van directe executiekosten, waarbij Curatoren geen bedrag mogen inhouden ter voldoening van algemene faillissementskosten;
3. voor recht verklaart dat de boedel van Zalco onrechtmatig heeft gehandeld jegens Glencore als omschreven in het lichaam van de Dagvaarding in par. 154-156 en par. 88-132 van de Akte Eiswijziging en par. 295-362 van de Conclusie van Repliek en verplicht is de daardoor door Glencore geleden schade te vergoeden; en/of
4. de boedel van Zalco veroordeelt tot vergoeding van de door Glencore ten gevolge van de onrechtmatige daad geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.459.200,00 althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te verminderen met het bedrag waartoe andere gedaagden veroordeeld zijn om aan Glencore te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 26 april 2012, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
1. voor recht verklaart dat de boedel van Zalco ten koste van Glencore ongerechtvaardigd is verrijkt ten gevolge van de natrekking van het aluminium als omschreven in het lichaam van de Dagvaarding in par. 157-162 en par. 408-422 van de conclusie van repliek en verplicht is de schade van Glencore te vergoeden;
2. de boedel van Zalco veroordeelt tot vergoeding van de door Glencore ten gevolge van de ongerechtvaardigde verrijking geleden schade, te weten betaling van een bedrag van USD 16.228.350,00. althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, althans de schade nader op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, te verminderen met het bedrag waartoe andere gedaagden veroordeeld zijn om aan Glencore te betalen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 27 juli 2012, althans een door de Rechtbank in goede justitie te bepalen datum;
Ten aanzien van NB/ZSP, UTB en de curatoren
Primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair:
1. alle gedaagden hoofdelijk, althans ieder voor zich, te veroordelen in de kosten van dit geding (inclusief kosten die voortvloeien uit het horen van getuigen en/of getuigendeskundigen), alsmede op grond van artikel 706 Rv te veroordelen in de kosten van de ten laste van hen gelegde beslagen, zoals opgenomen in het over te leggen overzicht beslagkosten, productie 117, p. 1, 2 en 3 en productie 148, te vermeerderen met nakosten, één en ander te voldoen binnen 7 dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis, en -voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.
Ten aanzien van UTB Holding B.V. en Curatoren:
Primair, subsidiair, meer subsidiair en meest subsidiair:
allen hoofdelijk, althans ieder voor zich, op grond van artikel 706 Rv te veroordelen in de kosten van de ten laste van hen gelegde beslagen, zoals opgenomen in het overzicht beslagkosten, productie 117, p. 4 en 5 en productie 148, te vermeerderen met nakosten, één en ander te voldoen binnen 7 dagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis, en
- voor het geval voldoening van de (na)kosten niet binnen de gestelde termijn plaatsvindt- te vermeerderen met de wettelijke rente over de (na)kosten te rekenen vanaf bedoelde termijn voor voldoening.