Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van AGV van 17 maart 2014, met producties,
- de conclusie van antwoord van de Gemeenten, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens incidentele vordering tot verwijzing en voeging ex artikel 220 Rv van [gedaagde sub 3] , met producties,
- de conclusie van antwoord in het incident tot verwijzing en voeging van AGV,
- de conclusie van antwoord in het incident tot verwijzing en voeging van de Gemeenten,
- het vonnis in incident van de rechtbank Midden-Nederland, locatie Lelystad, van 3 september 2014, waarbij de zaak is verwezen naar de rechtbank Amsterdam en is gevoegd met de bij deze rechtbank aanhangige zaak met zaak / rolnummer 13/558149 / HA ZA 14-98,
- het tussenvonnis van 8 oktober 2013, waarbij een comparitie van partijen is gelast,
- het proces-verbaal van comparitie van 9 maart 2015 en de daarin genoemd stukken.
2.De feiten
Diepte Wikro-leiding cluster 1
30/11/’08
[naam 1]
akkoord,
Diepte Wikro-leiding cluster 2
28/11/2008
[naam 1]
akkoord,
Diepte Wikro-leiding cluster 4
28/11/2008
[naam 1]
akkoord,
- CD-ROM met pdf-tekeningen van 3 dwarsprofielen boringen en 11 situatietekeningen, 2 excel-bestanden met x,y en z-coördinaten en een DGN-bestand (autocad?);
- 14 tekeningen van 3 ontbrekende dwarsprofielen boringen en 11 situatie-tekeningen;
- 8 bladzijden Tracé Waypoints (WP 1-226) met x,y en z-coördinaten.
- Revisietekeningen (dwg en pdf) drukriool woonboten te Weesp tekeningnummers 179340RV1 t/m 11;
- Revisietekeningen drukriool (dwg en pdf) woonboten te Muiden tekeningnummers 179340RV-M1 en M2;
- Revisietekeningen boringen 49 t/m 96 (dwg en pdf);
- Lijst met Waypoints voor het gehele tracé van de hoofdleiding (Excel en pdf).
( [naam 2] , rechtbank)geeft aan zeer verbaasd te zijn dat de ligging zoals verkregen uit de klic melding niet overeenkomt met de data zoals deze door [gedaagde sub 3] verstrekt zijn aan Fectio na het overleg d.d. 27 april 2011. Dezelfde informatie is namelijk destijds aan de gemeenten verstrekt. AK geeft aan dat de leiding na aanleg is ingemeten in x, y coördinaten, wat heeft geresulteerd in de lijst met waypoints. De diepte is daarbij niet in z coördinaat vastgelegd, maar is getoetst en dit is vastgelegd in keuringsrapporten. (…)
( [naam 3] van Waternet, rechtbank)reageert hierop dat het opsporen van kabels en leidingen ook opgenomen is in het bestek en daarom een bestekverplichting is, echter dit moet wel uitvoerbaar zijn. De aannemer gebruikt twee methoden voor het opsporen van kabels en leidingen. De eerste methode is door een signaal op de leiding te zetten en dan middels akoestiek de ligging te bepalen. Aangezien de leiding over grote gedeelten niet signaalvoerend is, kan deze methode niet toegepast worden. Een andere methode is het aanspuiten van de leiding m.b.v. een spuitlans. Hieraan kleven ook bezwaren, de diameter van de leiding is gering (rond 63 mm) en de ligging in x, y is onzeker waardoor er zeer veel gespoten zal moeten worden. Het aanspuiten heeft als nadeel dat het in strijd is met de Wbb vergunning (door spuiten ontstaat grote vertroebeling) en het vele spuiten zal er toe leiden dat een groot deel van de benodigde dekking verwijderd wordt.
3.Het geschil
4.De beoordeling
“HP reageert hierop dat het opsporen van kabels en leidingen ook opgenomen is in het bestek en daarom een bestekverplichting is, echter dit moet wel uitvoerbaar zijn”) vormt juist een aanwijzing dat ook AGV van mening was dat de opsporingsverplichting ook voor de WiKrO-leiding gold.
5.De beslissing
de Gemeentenbegroot op € 8.989,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW indien deze proceskosten niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan;
de Gemeenten, begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat AGV niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, deze nakosten eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, indien deze niet binnen 14 dagen na betekening zijn voldaan;
[gedaagde sub 3]begroot op € 8.989,-, te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW indien deze proceskosten niet binnen 14 dagen na betekening van het vonnis zijn voldaan;
[gedaagde sub 3], begroot op € 131,- aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat AGV niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 68,- aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, deze nakosten eveneens te vermeerderen met de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW, indien deze niet binnen 14 dagen na betekening zijn voldaan;