ECLI:NL:RBAMS:2017:370
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige verkeerscontrole leidt tot vrijspraak van verdachte in cocaïnezaak
Op 16 januari 2017 heeft de politierechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 30 oktober 2015 in Amsterdam werd aangehouden tijdens een dynamische verkeerscontrole. De verdachte, geboren in 1991, werd betrapt op het bezit van ongeveer 4,98 gram cocaïne. Tijdens de controle, uitgevoerd door verbalisanten op de rijksweg A2, werd een sterke marihuanalucht waargenomen in de auto waarin de verdachte zich bevond. De politie besloot de auto te doorzoeken, wat leidde tot de ontdekking van de cocaïne in het compartiment van de bijrijdersairbag.
De officier van justitie vorderde een voorwaardelijke geldboete van 250 euro, stellende dat de verkeerscontrole rechtmatig was en dat het bewijs wettig en overtuigend was. De verdediging daarentegen betoogde dat de controle onrechtmatig was, omdat deze voornamelijk was gebaseerd op de etnische afkomst van de inzittenden. De raadsman verwees naar een arrest van de Hoge Raad van 1 november 2016, waarin werd gesteld dat controles niet mogen worden uitgevoerd op basis van etnische kenmerken.
De politierechter oordeelde dat de verkeerscontrole onrechtmatig was, omdat de selectie van de auto hoofdzakelijk was gebaseerd op de etnische kenmerken van de inzittenden. Hierdoor werd het bewijs uitgesloten, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte. De uitspraak benadrukt het belang van gelijke behandeling en het verbod op discriminatie bij het uitoefenen van controlebevoegdheden door de politie.