Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 17 april 2018 in de zaak tussen
[naam eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 17 april 2018.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 17 april 2018 uitspraak gedaan in een geschil tussen een alleenstaande eiseres, die onder curatele staat, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen. De eiseres had op 10 maart 2017 een aanvraag ingediend voor een Amstelveenpas, een kortingspas voor culturele en sociale activiteiten. De aanvraag werd door verweerder afgewezen op 3 mei 2017, omdat eiseres niet voldeed aan de vermogensgrens zoals vastgesteld in de Participatiewet (PW). Eiseres had een vermogen van € 7.694,38, terwijl de geldende vermogensgrens voor haar € 5.940,- bedroeg. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard op 21 juli 2017.
Tijdens de zitting op 23 november 2017 was eiseres niet aanwezig, maar haar gemachtigde was wel aanwezig. Eiseres voerde aan dat haar spaargeld, opgebouwd tijdens haar bijstandsperiode, niet als vermogen moest worden aangemerkt. De rechtbank oordeelde echter dat de afwijzing van de aanvraag terecht was, omdat de vermogensgrens was overschreden. De rechtbank stelde vast dat het beleid van de gemeente Amstelveen ten aanzien van de Amstelveenpas als buitenwettelijk beleid moet worden gekwalificeerd, wat betekent dat het beleid terughoudend moet worden getoetst. De rechtbank concludeerde dat de aanvraag op juiste wijze was beoordeeld en dat de afwijzing van de aanvraag conform de Beleidsregels was.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres ongegrond en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.