Op 19 februari 2019 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 15 februari 2017 in Zwolle een verkeersongeval heeft veroorzaakt. De verdachte reed met zijn auto terwijl de voorruit onvoldoende ijsvrij was gemaakt, waardoor hij een fietser, die hij voorrang had moeten verlenen, niet tijdig zag en aanreed. Het slachtoffer liep als gevolg van de aanrijding zwaar lichamelijk letsel op, waaronder een gebroken enkel en kuitbeen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan een overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994, omdat hij aanmerkelijk onvoorzichtig had gehandeld door te rijden met een belemmerd zicht. De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een taakstraf van 120 uur, waarvan 60 uur voorwaardelijk, en een ontzegging van de bevoegdheid om motorrijtuigen te besturen voor de duur van 6 maanden. De rechtbank hield rekening met de ernst van het letsel van het slachtoffer en de impact die het ongeval op haar leven heeft gehad. De verdachte toonde schuldbewustzijn en had spijt betuigd, wat in strafmatigende zin werd meegewogen.