Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 1] ,
[eiser in conventie, verweerder in reconventie sub 2],
1.De procedure
- het tussenvonnis van 17 oktober 2018 waarin een comparitie van partijen is bepaald,
- het proces-verbaal van comparitie van 9 januari 2019 met de daarin genoemde gedingstukken en proceshandelingen.
2.De feiten
3.Het geschil
in conventie
- een verklaring voor recht dat ABN Amro haar zorgplicht heeft geschonden, dat [Eiser] daardoor heeft gedwaald bij het afgeven van de borgtocht, dat hun beroep op vernietiging rechtens geldt en dat hij ABN Amro niets meer verschuldigd is, en
- veroordeling van ABN Amro om binnen 14 dagen € 111.657,44 aan [Eiser] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, en
- vernietiging van de borgtocht wegens dwaling aan de zijde van [Eiser] , en
- veroordeling van ABN Amro om binnen 14 dagen € 111.657,44 aan [Eiser] te betalen, te vermeerderen met de wettelijke rente, en
4.De beoordeling in conventie en in reconventie
€ 1.707) voor salaris advocaat. In reconventie worden deze kosten vanwege de samenhang met de conventie op halve puntenvoet berekend en daarom tot op heden begroot op € 1.707 (0,5 x 2 punten x tarief € 1.707) voor salaris advocaat.