Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[gedaagde 1 en 2]
[gedaagde 1 en 2]
3.
[gedaagde 3],
[gedaagde 6],
[gedaagde 7],
[gedaagde 8],
[gedaagde 9],
Claimstichting Mestpartners , curator van MPB , curator van SGC (de laatste twee gezamenlijk: de curator), [gedaagde 3] , [gedaagde 4] (de vorige twee gezamenlijk: [gedaagden 3 & 4] ), SMT , [gedaagde 6] en [gedaagde 7] (de laatste drie gezamenlijk: SMT c.s. ), [gedaagde 8] en [gedaagde 9] .
1.De procedure
- de tussenvonnissen van 16 mei 2018, 13 juni 2018 en van 3 oktober 2018 met de daarin genoemde processtukken;
- het tussenvonnis van 12 december 2018 waarin een comparitie is bepaald;
- het proces-verbaal van comparitie van 21 mei 2019 met de daarin genoemde processtukken;
- de reactie van mr. Prinsen namens SMT c.s. van 29 mei 2019 op het proces-verbaal.
2.De feiten
“Artikel 1.
(…)
- Beheerder:
Mestpartners Beheer B.V., (…)
Belangenvereniging:Belangenvereniging Mestpartners , (…)
A. het optreden als Bewaarder ten behoeve van de Vennootschappen en Stille Maatschap die optreden als beleggingsinstellingen, en in dat kader:
i. het bewaren van de activa van de Vennootschap;
C. het geven van adviezen aan de Beheerder en de Vennootschappen en/of de Kapitaalvennootschappen en het houden van toezicht op de geldstromen bij aanschaf van de Mestverwerkingsinstallatie, waarbij de belangen van de Vennoten, de Maten en de Certificaathouders worden meegewogen; alsmede
3. Het Bestuur kan aan de bestuurder of aan één of meer hunner een beloning toekennen. Kosten worden hun vergoed.”
De aankoop van de MVI wordt deels gefinancierd met vreemd vermogen. Het vreemd vermogen zal worden verstrekt door een bank of een derde partij. SGC zal als intermediair optreden en indien gewenst participeren in de financiering.(…)”
“De eigen vermogensinbreng van de participanten in een maatschap bedraagt in totaal EUR 615.000”
“De aankoop van de MVI wordt deels gefinancierd met vreemd vermogen. Het vreemd vermogen zal worden verstrekt door een bank of een derde partij. SGC zal als intermediair optreden en indien gewenst participeren in de financiering”.
“5.3.3. Vreemd vermogen
De aankoop van de MVI wordt deels gefinancierd met vreemd vermogen. Het vreemd vermogen zal worden verstrekt door SGC . SGC zal het benodigde vreemde vermogen aantrekken bij kredietinstellingen.”
Informatiememorandum 2011:
“De inbreng van de Participanten wordt voldaan op een geblokkeerde rekening van de Beheerder. (…) Als de Beheerder de gelden wil aanwenden, moet een van de bestuursleden van de Stichting goedkeuring geven. In verband met de fiscale behandeling van het project zal vóór 31 december de koopprijs van de MVI moeten worden voldaan aan APN . Tot meerdere zekerheid dat APN deze gelden daadwerkelijk aanwendt voor de productie van de MVI, zal zij het onderhanden werk aan de Stichting verpanden. Verder geldt op de rekening waarop zij de gelden ontvangt ook een blokkade. Twee maanden voor oplevering kan APN pas over een bedrag ter grootte van 30% van de koopsom beschikken. Na de oplevering kan APN vrijelijk over het restant van de koopsom beschikken.”
“(…) De inbreng van participanten wordt voldaan op de rekening van de Beheerder. De Beheerder kan pas gelden overmaken als de Stichting daar toestemming voor heeft gegeven.”
Verder staat nog in het Informatiememorandum 2013:
“(…) Na oplevering van het MVI komt het juridisch eigendom van de MVI te berusten bij de Stichting MestPartners Trust in haar rol van Bewaarder, krachtens de Voorwaarden van Bewaring en Administratie (…). Het economische eigendom van de MVI komt te berusten bij de Maatschap. De reden om met een aparte Bewaarder te werken is gelegen in het feit dat het vermogen van de Participanten, ten tijde van de maatschapperiode, zich niet moet kunnen mengen met privévermogens. Dit laatste is uitsluitend van belang in geval van het faillissement van een Participant”.
“De structuur wordt gekenmerkt door een sterke compliance structuur. Het sterke onafhankelijke Stichtingsbestuur is naast het bewaren van de MVI en het administreren van aandelen ook belast met het toezicht op de betaling van de koopprijs voor de MVI en de aanwending van die gelden door de producent van de MVI. Daarnaast worden de belangen van de Participanten gebundeld door het lidmaatschap van Belangenvereniging Mestpartners , die zelfstandig kan optreden namens de Participanten, die zelfstandig kan optreden namens de Participanten.”
4. De Beheerder heeft de organisatie, de expertise en faciliteiten om het beheer over fondsen en financiële middelen te voeren en tevens voor de Maatschap te fungeren als interne directie.
-
Beheer:het uitoefenen van de taken en verplichtingen van de Beheerder uit hoofde van de overeenkomst, waaronder de interne directievoering over de Maatschap (…)
Begripsbepalingen1. In deze statuten wordt verstaan onder:
a.
Claimcode: het zelfreguleringsdocument dat is opgesteld door de Commissie Claimcode dat in 2011 in werking is getreden met daarin gedrag- en organisatieregels voor claimstichtingen en claimverenigingen of een daarvoor in de plaats tredende claimcode;
investeerder: een (rechts)persoon die heeft geïnvesteerd of investeert in mestverwerkingsinstallaties via een investeringsstructuur die ook wel bekend staat als “ MestPartners ”;
c.
participant: een (rechts)persoon, die een participatieovereenkomst met de stichting heeft gesloten. (…)
(…)
d. het voeren van juridische procedures – primair ten behoeve van de participanten –, onder meer door het instellen van (een) rechtsvordering(en) als bedoeld in artikel 3:305a lid 1 van het Burgerlijk Wetboek of een daarvoor in de plaats tredende regeling;
e. het ten behoeve van en/of namens participanten indienen en uitwinnen van schadeclaims, zowel in als buiten rechte; (…)
“III. De samenstelling, taak en werkwijze van het bestuur (…)
3.Het geschil in de hoofdzaak
a. [gedaagde 8] zich onrechtmatig heeft gedragen jegens alle investeerders die hebben deelgenomen aan het MestPartners project en gedupeerd zijn geraakt, door in strijd te handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt (artikel 6:162 lid 2 Burgerlijk Wetboek (BW));
b. [gedaagde 8] , in prive, jegens investeerders c.q. Claimstichting Mestpartners persoonlijk aansprakelijk is uit hoofde van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) voor de dientengevolge door investeerders geleden schade;
c. MPB toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen voortvloeiende uit artikel 3 en 4 van de Beheerovereenkomst en uit dien hoofde aansprakelijk is voor dientengevolge door investeerders geleden schade;
e. de onrechtmatige daad gepleegd door MPB en SGC kwalificeert als een oneerlijke handelspraktijk in de zin van artikel 6:193b juncto artikel 6:193c lid 1 onder b BW;
f. [gedaagde 8] , [gedaagden 3 & 4] en [gedaagde 9] zich, in hun hoedanigheid van statutair bestuurders van MPB , jegens alle investeerders die hebben deelgenomen aan het MestPartners project en gedupeerd zijn geraakt, onrechtmatig hebben gedragen door te handelen in strijd met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt (artikel 6:162 lid 2 BW);
g. [gedaagde 8] , [gedaagden 3 & 4] en [gedaagde 9] , in hun hoedanigheid van statutair bestuurders van MPB , jegens investeerders c.q. Claimstichting Mestpartners persoonlijk aansprakelijk zijn uit hoofde van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) voor de dientengevolge door investeerders geleden schade;
h. [gedaagde 8] zich, in zijn hoedanigheid van statutair bestuurder van SGC , onrechtmatig heeft gedragen jegens alle investeerders die hebben deelgenomen aan het MestPartners project en gedupeerd zijn geraakt, door in strijd te handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt (artikel 6:162 lid 2 BW);
i. [gedaagde 8] , in zijn hoedanigheid van statutair bestuurder van SGC , jegens investeerders c.q. Claimstichting Mestpartners persoonlijk aansprakelijk is uit hoofde van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) voor de dientengevolge door investeerders geleden schade;
j. Stichting Mestpartners Trust zich onrechtmatig heeft gedragen jegens alle investeerders die hebben deelgenomen aan het MestPartners project en gedupeerd zijn geraakt, door in strijd te handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt (artikel 6:162 lid 2 BW);
k. Stichting Mestpartners Trust jegens investeerders aansprakelijk is uit hoofde van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) voor de dientengevolge door investeerders geleden schade;
l. [gedaagde 6] en [gedaagde 7] zich, in hun hoedanigheid van statutair bestuurders van Stichting Mestpartners Trust , onrechtmatig hebben gedragen jegens alle investeerders die hebben deelgenomen aan het MestPartners project en gedupeerd zijn geraakt, door in strijd te handelen met hetgeen in het maatschappelijk verkeer betaamt (artikel 6:162 lid 2 BW);
m. [gedaagde 6] en [gedaagde 7] , in hun hoedanigheid van statutair bestuurders van Stichting Mestpartners Trust , jegens investeerders c.q. Claimstichting Mestpartners persoonlijk aansprakelijk zijn uit hoofde van onrechtmatige daad (artikel 6:162 BW) voor de dientengevolge door investeerders gelden schade;
a. door [gedaagde 8] : de als gevolg van de onder 1) a. bedoelde onrechtmatige daad door investeerders geleden schade;
b. door [gedaagde 8] , [gedaagden 3 & 4] en [gedaagde 9] : de als gevolg van de onder 1) e. bedoelde onrechtmatige daad door investeerders geleden schade;
c. door [gedaagde 8] : de als gevolg van de onder 1) f. bedoelde onrechtmatige daad door investeerders geleden schade;
d. door Stichting Mestpartners Trust : de als gevolg van de onder 1) g. bedoelde onrechtmatige daad door investeerders geleden schade;
e. door [gedaagde 6] en [gedaagde 7] : de als gevolg van de onder 1) h. bedoelde
onrechtmatige daad door investeerders geleden schade;
alles nader op te maken bij staat, te verminderen met hetgeen Claimstichting Mestpartners van de curator vergoed zal krijgen uit de failliete boedels van MBP en SGC en te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 10 juli 2017 tot aan de dag van algehele voldoening;
primair, dat de rechtbank de curator beveelt stukken in het geding te brengen (artikel 22 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)) en subsidiair dat de curator inzage in die stukken aan Claimstichting Mestpartners verschaft (artikel 843a Rv). De curator voert verweer.
4.De beoordeling
3 oktober 2018 de beslissing op de niet-ontvankelijkheidsverweren aangehouden tot de beslissing in de hoofdzaak, zodat hierop hierna zal worden beslist.
participanten. Daarnaast heeft zij, op grond van artikel 3:305a BW, haar vorderingen tot verklaring voor recht ingesteld namens alle gedupeerde
investeerdersvan het Project.
“indien hij in de gegeven omstandigheden onvoldoende heeft getracht het gevorderde door het voeren van overleg met de gedaagde te bereiken”. Uit de parlementaire geschiedenis volgt dat deze eis in de Memorie van Toelichting is gesteld om onwillige partijen te stimuleren van te voren overleg te voeren en om te voorkomen dat belangenorganisaties onverhoeds acties ontplooien waardoor de wederpartij wordt overvallen. De wetgever wilde met deze eis voorkomen dat het aantal collectieve acties zou toenemen. Als onweersproken staat vast dat Claimstichting Mestpartners zichzelf bij brief van 9 maart 2017 als collectieve belangenbehartiger van gedupeerde investeerders bij gedaagden bekend heeft gemaakt. Verder heeft Claimstichting Mestpartners bij brief van 31 augustus 2017 [gedaagde 8] en [gedaagde 9] , [gedaagde 3] en SMT uitgenodigd tot overleg, in die zin dat haar raadsman geadresseerden, met overlegging van de concept-dagvaarding, heeft voorgesteld een schikking te beproeven met betrekking tot de door investeerders geleden schade. Reeds hierom kan geen sprake zijn van het zich overvallen voelen door gedaagden. Verder is niet aangevoerd is dat het betrokkenen niet duidelijk was ter behartiging van wier belangen Claimstichting Mestpartners optrad. Wel is aangevoerd dat Claimstichting Mestpartners niet openstond voor participatie in de door [gedaagde 8] geboden hersteloplossing. [gedaagde 8] heeft - kort gezegd - investeerders voorgesteld om tegen een aantal voorwaarden opnieuw te investeren. Claimstichting Mestpartners heeft hiervan gezegd dat zij wel naar deze oplossing heeft gekeken. Zij vond de geboden ‘oplossing’ echter niet acceptabel, mede vanwege een gebrek aan vertrouwen in [gedaagde 8] . Claimstichting Mestpartners heeft hierover dan ook geen concrete gesprekken willen voeren. Naar het oordeel van de rechtbank betekent dit in de gegeven omstandigheden, waarin investeerders hun inleg en het fiscale voordeel van een eerdere investering die door dezelfde partij ( [gedaagde 8] ) was geïnitieerd zijn kwijtgeraakt, niet dat kan worden geconcludeerd dat geen overleg heeft plaatsgevonden zoals bedoeld in artikel 3:305a lid 2 BW.