Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel(België) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
bevel tot aanhouding bij verstek van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg Brussel van 21 mei 2021.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 13 OLW
- slechts een deel van de feiten zijn op Nederlands grondgebied gepleegd;
- het onderzoek loopt in België;
- de bewijsmiddelen bevinden zich grotendeels in België;
- medeverdachten worden ook in België vervolgd;
- de aanhouding is louter verricht ten behoeve van het Belgische onderzoek;
- het Openbaar Ministerie is niet voornemens de vervolging over te nemen.
6.Detentieomstandigheden
Standpunt van de verdediging
Zal de opgeëiste persoon naar verwachting gedetineerd worden in één van de 7 detentie-instellingen ten aanzien waarvan de rechtbank in haar tussenuitspraak van 22 juni 2021 een algemeen gevaar heeft vastgesteld?
Zo ja,
hoeveel individuele celruimte zal hem ter beschikking staan in een eenpersoonscel en hoeveel in een meerpersoonscel en is dit - voor wat betreft de meerpersoonscel - inclusief of exclusief het sanitair mede gelet op de situatie met betrekking tot grondslapers op het moment van beantwoording van de vraag?
beschikt deze detentie-instelling over een deugdelijk afgeschermd toilet in de meerpersoonscellen?
7.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor onbepaalde tijd,
met dien verstande dat de zaak binnen de hierna te noemen termijn op zitting dan wel in raadkamer moet worden aangebracht,teneinde de officier van justitie in de gelegenheid te stellen de hiervoor door de rechtbank geformuleerde vraag aan de Belgische autoriteiten voor te leggen.
30 dagen;