In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 juli 2021 uitspraak gedaan over een vordering tot overlevering op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Regional Court II Penal Department in Suwalki, Polen. De vordering was ingediend door de officier van justitie en betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1995 in Polen. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de vordering behandeld op een openbare zitting op 13 juli 2021, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen concrete omstandigheden zijn aangevoerd die erop wijzen dat de opgeëiste persoon een reëel gevaar loopt dat hij geen eerlijk proces zal krijgen in Polen. De verdediging heeft aangevoerd dat er verontrustende ontwikkelingen zijn in Polen die de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in gevaar brengen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat er geen aanleiding is om de zaak aan te houden voor nadere informatie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan.
De rechtbank heeft de overlevering van de opgeëiste persoon toegestaan, waarbij zij heeft verwezen naar de relevante wetsartikelen, waaronder de Wegenverkeerswet 1994 en de Overleveringswet. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.