ECLI:NL:RBAMS:2021:4268

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
16 augustus 2021
Zaaknummer
13/751275-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering toegestaan op basis van Europees aanhoudingsbevel met betrekking tot strafbare feiten in Polen

Op 15 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een vordering ex artikel 23 Overleveringswet, ingediend door de officier van justitie. Deze vordering, gedateerd op 17 mei 2021, betreft de behandeling van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat op 14 oktober 2020 door de Poolse autoriteiten is uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1989 in Polen, is gedetineerd en heeft via een videoverbinding zijn verhoor gehad, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de vordering behandeld op een openbare zitting op 1 juli 2021. De officier van justitie heeft gesteld dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat de opgeëiste persoon een oneerlijk proces in Polen te wachten staat. De verdediging heeft echter betoogd dat er aanwijzingen zijn dat het recht op een onafhankelijk gerecht in Polen is geschonden, maar heeft geen concrete feiten aangedragen die deze claim onderbouwen.

De rechtbank heeft geoordeeld dat er geen zwaarwegende gronden zijn om de overlevering te weigeren. Het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en er zijn geen weigeringsgronden die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering van de opgeëiste persoon aan de Poolse autoriteiten toe te staan, conform de bepalingen van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/751275-21
RK nummer: 21/2678
Datum uitspraak: 15 juli 2021
UITSPRAAK
op de vordering ex artikel 23 Overleveringswet (OLW), ingediend door de officier van justitie bij deze rechtbank. Deze vordering dateert van 17 mei 2021 en betreft onder meer het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB).
Dit EAB is uitgevaardigd op 14 oktober 2020 door
The Circuit Court in Warsaw, Eighth Criminal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren op [geboortedag] 1989 te [geboorteplaats] (Polen)
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[BRP-adres]
gedetineerd in de [detentieadres]
hierna te noemen de opgeëiste persoon.

1.Procesgang

De vordering is behandeld op de openbare zitting van 1 juli 2021. Het verhoor heeft plaatsgevonden in tegenwoordigheid van de officier van justitie
mr. M. Westerman. De opgeëiste persoon is via een videoverbinding gehoord en is bijgestaan door zijn raadsman, mr. R. Akkaya, advocaat te Helmond, en door een tolk in de Poolse taal.
Op grond van artikel 22, derde lid, OLW heeft de rechtbank de termijn waarbinnen zij op grond van het eerste lid van dit artikel uitspraak moet doen met dertig dagen verlengd omdat zij die verlenging nodig heeft om over de verzochte overlevering te beslissen.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht. De opgeëiste persoon heeft ter zitting verklaard dat de bovenvermelde personalia juist zijn en dat hij de Poolse nationaliteit heeft.

3.Grondslag en inhoud van het EAB

In het EAB wordt melding gemaakt van een
Decision of the court for Warsaw-
Śródmieście of 11 april 2019, file ref,no. II Kp 903/19 for the application against [opgeëiste persoon] of a preventive measure for a period of 3 months from the date of detention.
De overlevering wordt verzocht ten behoeve van een door de justitiële autoriteiten van de uitvaardigende lidstaat ingesteld strafrechtelijk onderzoek ter zake van het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan naar Poolse recht strafbare feiten.
Deze feiten zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB. Een door de griffier gewaarmerkte fotokopie van dit onderdeel is als bijlage aan deze uitspraak gehecht.

4.Strafbaarheid

Onderzoek naar de dubbele strafbaarheid van de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, moet achterwege blijven, nu de uitvaardigende justitiële autoriteit de strafbare feiten heeft aangeduid als feiten vermeld in de lijst van bijlage 1 bij de OLW. De feiten vallen op deze lijst onder nummer 5, te weten:
Illegale handel in verdovende middelen en psychotrope stoffen.
Volgens de in rubriek c) van het EAB vermelde gegevens is op deze feiten naar Pools recht een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste drie jaren gesteld.

5.Artikel 47 Handvest / artikel 11 OLW

Standpunt verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering moet worden geweigerd, omdat er aanwijzingen zijn dat het recht van de opgeëiste persoon op een onafhankelijk gerecht in Polen is geschonden dan wel zal worden geschonden. Het gaat immers om een zeer oud feit, waarbij de opgeëiste persoon pas zeer recent, na de problemen bij de Poolse autoriteiten, betrokken is geraakt. Dat, terwijl hij in de tussentijd veelvuldig in Polen was en er dus gelegenheid was om hem hierover te bevragen.
Standpunt officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de verdediging geen concrete omstandigheden heeft aangevoerd op grond waarvan gezegd kan worden dat de opgeëiste persoon een gevaar loopt op een oneerlijk proces in Polen. De overlevering kan dan ook worden toegestaan.
Oordeel van de rechtbank
De raadsman heeft naar voren gebracht dat er aanwijzingen zijn dat het recht van de opgeëiste
persoon op een onafhankelijk gerecht in Polen is geschonden dan wel zal worden geschonden. Hij heeft echter geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd over de persoonlijke situatie van de opgeëiste persoon, de aard van de strafbare feiten waarvan hij wordt verdacht en de feitelijke context van de uitvaardiging van het EAB, op grond waarvan de overlevering, gelet op artikel 47 van het Handvest, achterwege zou moeten blijven.
De rechtbank is daarnaast niet ambtshalve gebleken van zwaarwegende en op feiten berustende gronden dat de opgeëiste persoon na overlevering een reëel gevaar loopt dat zijn recht op een onafhankelijk gerecht zal worden geschonden en hij geen eerlijk proces zal krijgen, dan wel dat zijn door het Handvest gewaarborgde grondrechten anderszins zullen worden geschonden.
Het verweer slaagt niet.

6.Slotsom

Nu is vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW en ook overigens geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg staan, dient de overlevering te worden toegestaan.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 2, 5 en 7 OLW.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan
The Circuit Court in Warsaw, Eighth Criminal Division(Polen).
Aldus gedaan door
mr. H.P. Kijlstra, voorzitter,
mrs. J.G. Vegter en E.G.M.M. van Gessel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. H.L. van Loon, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 15 juli 2021.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.