Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
hierna: OLW). Dit verzoek is ingediend door de Eerste Substituut-Procureur des Konings van het Parket van Brussel (België) op
3 mei 2021 en betreft de verdere overlevering van:
1.Procesgang
hierna: Hof van Justitie).
2.Prejudiciële procedure
hierna: het Kaderbesluit) - moet voldoen aan de eisen van een effectieve rechterlijke bescherming en dat dit meebrengt dat de overgeleverde persoon moet worden gehoord op het verzoek tot verdere overlevering. Aan het Hof van Justitie is vervolgens de vraag voorgelegd waar dit recht zou moeten worden uitgeoefend - tegenover een rechterlijke autoriteit in de uitvaardigende of in de uitvoerende lidstaat - en, indien de overgeleverde persoon in de lidstaat die hem eerder heeft overgeleverd moet worden gehoord, op welke wijze die lidstaat hem daartoe in staat moet stellen.
3.Verhoor overgeleverde persoon in België
Amtsgericht Bonnuitgevaardigde Europees aanhoudingsbevel (
hierna: EAB) dat de Belgische autoriteiten hebben ontvangen, nadat de overgeleverde persoon door Nederland aan België is overgeleverd.
de rechtbank begrijpt: overlevering) aan Duitsland en dat hij geen afstand doet van de bescherming van het specialiteitsbeginsel.
4.Beoordeling verzoek
Amtsgericht Bonn(Duitsland) uitgevaardigd EAB. Aan dit EAB ligt een
Haftbefehlten grondslag dat op 26 oktober 2020 is uitgevaardigd door het
Amtsgericht Bonn(zaaknummer: 50 Gs 1747/20)
hierna: IRC) aan de Duitse justitiële autoriteit een e-mail verzonden met de volgende inhoud:
Senior Prosecutorte Bonn heeft op 10 mei 2021 de volgende garantie gegeven:
5.Toekomstige behandeling en afdoening verzoeken tot verdere overlevering exartikel 14 OLW
6.Slotsom
7.Beslissing
[overgeleverde persoon]aan het
Amtsgericht Bonn(Duitsland).