In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een geschil over de toekenning van een persoonsgebonden budget (pgb) aan eiseres, een jong meisje met de stofwisselingsziekte MCAD deficiëntie. Eiseres had een pgb aangevraagd op basis van de Jeugdwet, maar het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam had het pgb toegekend op basis van een professioneel tarief (categorie II) voor ambulante jeugdhulp. Eiseres, wettelijk vertegenwoordigd door haar moeder, was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij recht had op specialistische begeleiding (categorie III) of specialistische behandeling (categorie IV) met een hoger tarief.
De rechtbank heeft in een eerdere tussenuitspraak vastgesteld dat het aantal toegekende uren niet in geschil was, maar dat er onduidelijkheid bestond over de zorgcategorie en het bijbehorende tarief. Verweerder werd opgedragen om het besluit nader te motiveren en advies in te winnen bij een medisch deskundige. In een aanvullend besluit heeft verweerder het Ouder en Kind Team (OKT) ingeschakeld om de situatie van eiseres opnieuw te beoordelen. Het OKT concludeerde dat er onvoldoende bewijs was voor de noodzaak van specialistische zorg en dat de zorg die eiseres ontving niet meer was dan wat onder categorie II viel.
Eiseres voerde aan dat het aanvullende besluit niet kon standhouden, omdat het niet specifiek genoeg was en belangrijke informatie uit eerdere medische rapporten niet was meegenomen. De rechtbank oordeelde echter dat verweerder zich op het advies van het OKT mocht baseren en dat het onderzoek zorgvuldig was uitgevoerd. De rechtbank concludeerde dat het gebrek in de motivering was hersteld en dat de toekenning van het pgb op basis van categorie II gerechtvaardigd was.
Daarnaast oordeelde de rechtbank dat de redelijke termijn voor de behandeling van de zaak was overschreden, wat leidde tot een schadevergoeding van € 1.000,- voor eiseres. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, maar veroordeelde verweerder tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres, in totaal € 1.713,50.