Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 4 februari 2021, met producties,
- de conclusie van antwoord tevens conclusie van eis in reconventie tevens incidentele vordering, met producties,
- de overige stukken in het incident, te weten de conclusie van antwoord in het incident, met producties, en het vonnis in incident van 10 november 2021,
- het tussenvonnis van 5 januari 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald,
- de conclusie van antwoord in reconventie,
- producties 8 t/m 10 van [gedaagde] ,
- producties 12 t/m 14 van [eiseressen] ,
- het proces-verbaal van de op 3 maart 2022 gehouden mondelinge behandeling en de daarin genoemde stukken, waaronder de schriftelijke spreekaantekeningen van de raadslieden.
2.De feiten
Verpanding
pandlijst”), waarvan een kopie aan deze akte wordt gehecht, waarbij ter voorkoming van enig misverstand wordt opgemerkt dat de in de pandlijst opgenomen prijzen niet de werkelijke waarde van de Goederen weergeven, casu quo onjuist zijn. Binnen veertien (14) dagen na het einde van ieder(e) jaar en, daarnaast, op het eerste verzoek van [gedaagde] , zal de Vennootschap aan [gedaagde] een bijgewerkte pandlijst verstrekken. (..)
3.Het geschil
in conventie
4.De beoordeling
uitwerkingvan de coronacrisis en de als gevolg daarvan door de overheid getroffen maatregelen
op deze specifieke overeenkomstbetrokken te worden. Onvoorziene omstandigheden kunnen - voor zover hier relevant - gelegen zijn in:
voortdurendeverplichtingen
over en weer(enerzijds de verplichting van de verhuurder de verhuurde ruimte ter beschikking te (blijven) stellen en anderzijds de verplichting van de huurder tot het betalen van de huurpenningen).
welop de overeenkomst heeft ingewerkt, is op de (voortdurende) verplichting van [eiseres sub 1] tot (terug)betaling van de maandelijkse termijnen, meer in het bijzonder op de mogelijkheid van [eiseres sub 1] om aan die verplichting te blijven voldoen. Immers, dat de coronacrisis en de bijbehorende maatregelen met name ook voor de evenementenbranche waar [eiseres sub 2] in actief is grote financiële gevolgen heeft, mag een feit van algemene bekendheid worden geacht. De evenementenbranche heeft (nagenoeg) volledig en langdurig stilgelegen. Het is daarom in beginsel ook aannemelijk dat de omzet van [eiseres sub 2] bijna volledig is weggevallen, en dat de daarvan afhankelijke afloscapaciteit van [eiseres sub 1] substantieel is verminderd, en dat een en ander een rechtstreeks gevolg is van de coronacrisis, althans de maatregelen die de overheid naar aanleiding daarvan heeft genomen.
daadwerkelijkdoor de coronacrisis zijn aangetast of getroffen. Zij hebben immers tijdens de mondelinge behandeling betoogd dat over het jaar 2020 de lening van [eiseres sub 1] aan [eiseres sub 2] met € 60.000,- is toegenomen, hetgeen overeenkomt met het verlies van [eiseres sub 2] over dat jaar van € 70.000,-. Ook over 2021 heeft [eiseres sub 2] ondanks een bedrag van € 74.800,27 aan van de overheid ontvangen uitkeringen ruim € 15.000,- verlies geleden. [eiseres sub 2] heeft in 2020 op andere wijze (pakketdiensten) omzet proberen te genereren, maar de resultaten daarvan waren relatief gering (in 2020: € 6.006,-). Dit betoog hebben zij bovendien verifieerbaar gemaakt door te verwezen naar de Balans/Winst- en verliesrekeningen van [eiseres sub 1] over 2020 en 2021 en die van [eiseres sub 2] over 2020.
€ 1.126,- (2 punten, tarief II)