Uitspraak
Regional Court in Gdańsk(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
District Court Gdańsk-Southin Gdańsk en van één uitspraak in hoger beroep:
- het vonnis van 9 januari 2019, nr. II K 766/18;
- het vonnis van 31 juli 2019, nr. II K 821/18, waartegen hoger beroep is ingesteld dat heeft geleid tot de uitspraak van de
- het vonnis van 12 december 2019, nr. II K 1599/18;
- het vonnis van 9 februari 2021, nr. X K 421/20.
- het vonnis van 9 januari 2019: vier maanden gevangenisstraf;
- het vonnis van 31 juli 2019: twee jaren en vier maanden gevangenisstraf;
- het vonnis van 12 december 2019: zes maanden gevangenisstraf;
- het vonnis van 9 februari 2021: een jaar en zes maanden gevangenisstraf.
- het vonnis van 9 januari 2019: drie maanden en 28 dagen gevangenisstraf;
- het vonnis van 31 juli 2019: twee jaren, drie maanden en 28 dagen gevangenisstraf;
- het vonnis van 12 december 2019: vijf maanden en 28 dagen gevangenisstraf;
- het vonnis van 9 februari 2021: een jaar en zes maanden gevangenisstraf.
4.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 12 OLW
District Court Gdańsk-South(nr. II K 766/18) is gewijzigd bij de uitspraak in hoger beroep van de
Regional Court in Gdańskvan 12 februari 2020 (nr. V Ka 2184/19. Deze laatste beslissing is de beslissing waarbij definitief uitspraak is gedaan over de schuld van de opgeëiste persoon en de aan hem opgelegde straf (als bedoeld in het arrest HvJ EU 10 augustus 2017,
ECLI:EU:C:2017:628(
Tupikas)), zodat alleen deze beslissing relevant is voor de toetsing aan artikel 12 OLW.
4.Strafbaarheid
5.Artikel 11 OLW: artikel 47 van het Handvest van de grondrechten van de EU
6.Slotsom
7.Toepasselijke wetsbepalingen
8.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de
Regional Court in Gdańsk(Polen) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.