ECLI:NL:RBAMS:2022:5815
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bezwaarschrift tegen beëindiging bijstandsuitkering niet-ontvankelijk verklaard
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 3 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam behandeld. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen het beëindigingsbesluit van haar bijstandsuitkering, dat per 1 december 2019 inging, omdat zij een partnerschap was aangegaan. Het college verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat het volgens hen te laat was ingediend. Eiseres betwistte echter dat zij het beëindigingsbesluit had ontvangen, wat cruciaal is voor de termijn van het indienen van bezwaar.
De rechtbank oordeelt dat het college ten onrechte het bezwaar niet-ontvankelijk heeft verklaard. De rechtbank stelt vast dat het college niet aannemelijk heeft gemaakt dat het beëindigingsbesluit op de juiste wijze is bekendgemaakt. Er was geen deugdelijke verzendadministratie en geen contra-indicaties die erop wijzen dat eiseres het besluit wel had ontvangen. Hierdoor was de bezwaartermijn niet aangevangen op het moment dat eiseres haar bezwaar indiende.
De rechtbank vernietigt het besluit van 22 maart 2022 en draagt het college op om binnen acht weken een nieuw besluit op bezwaar te nemen, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens wordt het college veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten van eiseres, die zijn vastgesteld op € 759,-, en het betaalde griffierecht van € 50,-. Deze uitspraak benadrukt het belang van correcte bekendmaking van besluiten in het bestuursrecht.