Op 21 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een wapen. De zaak kwam voor de rechtbank na een onderzoek op de terechtzitting van 7 februari 2022. De officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, vorderde een gevangenisstraf van tien maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk. De verdachte, geboren in Suriname in 1981 en thans gedetineerd, werd beschuldigd van het voorhanden hebben van een omgebouwd pistool van het merk Zoraki, model M906, kaliber 9x17mm, op of omstreeks 30 oktober 2021 in Amsterdam.
De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat er geen redenen waren voor schorsing van de vervolging. De rechtbank vond op basis van de bewijsmiddelen, waaronder getuigenverklaringen en DNA-analyse, dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan het voorhanden hebben van het wapen. De rechtbank overwoog dat het bezit van een vuurwapen in de openbare ruimte onaanvaardbaar is en dat dit bijdraagt aan de onrust in de samenleving.
De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een lichtverstandelijke beperking en een instabiele leefsituatie. De rechtbank besloot de verdachte te veroordelen tot een gevangenisstraf van tien maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en stelde een proeftijd van drie jaren vast. Tevens werden bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling.