Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
compliance officervan Baker Tilly gestuurd.
hoor- en wederhoor niet voldoende toegepast
5.13 Het staat vast dat verweerders in het kader van hun feitenonderzoek voor kantoor B. niet hebben gesproken met de heer [eiser] , terwijl de aanleiding van het rapport nu juist de aan de heer [eiser] geadviseerde truststructuur was. Verweerders hebben in dat opzicht niet gehandeld met de zorgvuldigheid die van een behoorlijk handelend advocaat mag worden verwacht. De opdracht aan verweerders was immers om onafhankelijk onderzoek te doen naar de advisering van de truststructuur en daarom had het op de weg van verweerders gelegen om zelf het initiatief te nemen tot het horen van de heer [eiser] Verweerders hebben in het rapport niet toegelicht waarom zij de heer [eiser] niet hebben gesproken. Het gevoerde verweer dat zij de toenmalige strafadvocaat van de heer [eiser] , mr. [naam advocaat 1] , hebben aangeboden dat de heer [eiser] gehoord kan worden is onvoldoende om te kunnen concluderen dat verweerders hebben voldaan aan hun verplichting om in het kader van hun onafhankelijk onderzoek hoor-en wederhoor toe te passen. Ook ten aanzien van een ander direct betrokkene, die destijds namens kantoor B. direct betrokken was bij de advisering van de heer [eiser] , staat vast dat zij door verweerders niet is gehoord. Verweerders hadden zelf actief op zoek moeten gaan naar de feiten en het initiatief om de personen die betrokken waren bij de truststructuur te horen lag dan ook bij verweerders. Door dit na te laten, hebben verweerders tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld.
niet alle relevante feiten in het rapport
het rapport kan aanleiding geven tot misverstanden
3.Het geschil
containment strategiegenoemd, heeft geresulteerd in door [eiser] geleden schade.
4.De beoordeling
ex tuncmoet worden beoordeeld en niet
ex nunc. Nauta miskent daarbij echter dat het beginsel van hoor en wederhoor een universeel erkend beginsel is dat hoe dan ook moet worden toegepast. Met name valt op dat [eiser] niet is gehoord, terwijl een groot deel van dit onderzoek op hem, zijn vennootschappen en de aan hem geadviseerde truststructuur betrekking heeft. Illustratief is het volgende citaat uit het Nauta rapport (pagina 10):
Accountantscontroledossiers
Totstandkoming truststructuur en rol [eiser] daarbij
Royal Dutch Trust”) ingesteld naar Cypriotisch recht. Insteller van Royal Dutch Trust is [eiser] . Hij is daartoe op diezelfde dag in Cyprus geweest.”
in ieder gevalde helft van de schade die [eiser] nu niet op Baker Tilly kan verhalen’, maar daarin is niet toegelicht welke schade buiten dat ‘
in ieder geval’ valt. Daarom is die eisvermeerdering niet toegestaan.