In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 26 juli 2023 uitspraak gedaan in twee zaken (AMS 22/6253 en AMS 22/6254) betreffende naheffingsaanslagen parkeerbelasting opgelegd aan eiseres door de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de naheffingsaanslagen, maar deze bezwaren zijn door de heffingsambtenaar niet-ontvankelijk verklaard omdat zij te laat bezwaar had gemaakt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de naheffingsaanslagen op correcte wijze zijn verzonden via de Berichtenbox van MijnOverheid en dat eiseres zich hiervoor had aangemeld. De rechtbank oordeelt dat het aan eiseres was om tijdig kennis te nemen van de naheffingsaanslagen en dat zij niet heeft aangetoond dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was. Eiseres en haar gemachtigde zijn niet verschenen op de zitting, wat de rechtbank als een verzuim beschouwt. De rechtbank concludeert dat de heffingsambtenaar terecht de proceskosten in bezwaar niet heeft vergoed, omdat de bezwaren niet-ontvankelijk zijn verklaard. De beroepen van eiseres worden ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierechten.