Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
4.Strafbaarheid
5.De garantie als bedoeld in artikel 6, eerste lid, OLW
6.Artikel 11 OLW: detentieomstandigheden
1.In welke detentie-instelling zal de opgeëiste persoon gedetineerd worden?
De opgeëiste persoon zal niet worden opgesloten in een cel met minder dan 3m2 individuele levensruimte. Dit geldt zowel indien de opgeëiste persoon in een eenpersoons- als in een meerpersoonscel zou worden opgesloten.
De gemiddelde minimum leefruimte van elke cel is 9,5 m2 inclusief kast en sanitair.
Het sanitair omvat een wasbak en een toilet. Het toilet is afgescheiden van de rest van de cel.
Het vast meubilair omvat onder andere een kast, bed en tafel of bureau.
De opgeëiste persoon zal een bed ter beschikking hebben en zal bijgevolg niet op grond hoeven te slapen.
Er worden verschillende dagactiviteiten buiten de cel voorzien. Deze activiteiten omvatten in ieder geval dagelijkse wandelingen in een open lucht en regelmatige familiebezoeken. Met betrekking tot andere activiteiten kunnen gedetineerden deelnemen aan sport mits inachtneming van een korte wachtlijst en arbeid mits inachtneming van een aanzienlijke wachtlijst. Deelname aan andere activiteiten zoals onderwijs, cultuur en toegang tot de bibliotheek is eenvoudig mogelijk mits inschrijving.
3.Sanitaire en hygiëne omstandigheden
7.Evenredigheid
8.Artikel 36 OLW
9.Slotsom
10.Toepasselijke wetsbepalingen
11.Beslissing
[opgeëiste persoon]aan de Onderzoeksrechter in de Rechtbank van eerste aanleg, Limburg (België) voor de feiten zoals die zijn omschreven in onderdeel e) van het EAB.