ECLI:NL:RBAMS:2023:7904
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beëindiging AOW-pensioen wegens detentie in het buitenland
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 7 december 2023, wordt het beroep van eiser tegen de beëindiging van zijn AOW-pensioen behandeld. Eiser, die sinds 29 juni 2013 AOW-pensioen ontving, heeft verweerder op 10 augustus 2022 geïnformeerd dat hij sinds 16 november 2021 in voorarrest in Duitsland zit. Verweerder heeft daarop, met een primair besluit van 30 augustus 2022, bepaald dat eiser vanaf 1 januari 2022 geen recht meer heeft op AOW-pensioen, conform artikel 8b van de AOW, dat stelt dat gedetineerden geen recht hebben op AOW, ook niet als zij in het buitenland gedetineerd zijn. Eiser heeft bezwaar gemaakt, maar het bestreden besluit van 9 januari 2023 bleef ongewijzigd.
De rechtbank heeft op 4 juli 2023 de zitting behandeld, maar eiser en de gemachtigde van verweerder zijn niet verschenen. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve de ontvankelijkheid van het beroepschrift beoordeeld en vastgesteld dat eiser zijn beroepschrift te laat had ingediend. Echter, de rechtbank oordeelt dat eiser geen verwijt kan worden gemaakt voor deze termijnoverschrijding, gezien zijn detentie en ziekenhuisopname.
Eiser heeft zijn gronden aangevuld en betoogd dat hij niet nogmaals gestraft mag worden voor iets waarvoor hij in Duitsland al gestraft is. De rechtbank overweegt dat artikel 8b van de AOW van toepassing is, ongeacht de locatie van detentie, en dat eiser geen recht heeft op AOW-pensioen zolang hij in voorlopige hechtenis verkeert. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en er geen aanleiding is voor vergoeding van griffierecht.