Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Kern van de beslissing
fraus legisoplevert. De rechtbank heeft in een tussenvonnis een deskundige benoemd om naar het tweede punt onderzoek te doen.
2.De procedure
- het tussenvonnis van de rechtbank van 23 april 2024 waarin de heer prof. mr. A.J. Tekstra tot deskundige is benoemd;
- het deskundigenbericht van 2 mei 2024;
- het emailbericht van 3 mei 2024 van BCDC waarin zij te kennen geeft zich te kunnen vinden in het deskundigenbericht;
- het emailbericht van 6 mei 2024 van de deskundige met een opgave van zijn kosten die iets hoger zijn uitgevallen dan het vastgestelde voorschot;
- het emailbericht van 7 mei 2024 van BCDC waarin zij te kennen geeft in te stemmen met de kosten van de deskundige.
3.De feiten
trusteeten behoeve van de houders van de Bonds (hierna: de Trustee onderscheidenlijk de Bondholders). In het kader van de uitgiftes van de Bonds hebben onder meer BCDC en de Trustee de tussen hen geldende afspraken op 6 juli 2011 vastgelegd in een Trust Deed. Deze Trust Deed is nadien een aantal keer gewijzigd, meest recent op 14 februari 2024. De voorwaarden waaronder de Bonds zijn uitgegeven door BCDC zijn neergelegd in
terms and conditions(de Voorwaarden). De Voorwaarden zijn tevens gehecht aan de Trust Deed.
4.Het akkoord en de stemming
- i). een zogenaamde
- ii). een
- van de stemgerechtigden heeft een percentage van 98,17% voor het akkoord gestemd
- een percentage van 1,83% van de stemgerechtigden heeft niet gestemd
- er zijn geen stemgerechtigden die tegen het akkoord hebben gestemd.
5.De toelichting op het verzoek
Calloptie). De verwachting is dat dit resulteert in een vergoeding van een op de transactiedatum te bepalen bedrag tussen USD 9.000.000 en USD 9.300.000. Dit betreft het bedrag dat in
escrowstaat gereserveerd minus lopende kosten – vooral adviseurskosten – en het bedrag van USD 2.000.000 dat [naam 3] reeds heeft betaald.
- Stap 1: het uitoefenen van de Calloptie en betaling van de Vergoeding door BCDC via Kroll als transaction Escrow agent aan de Bondholders via de girale systemen.
- Stap 2: het nemen van een dividendbesluit door BCDC, waarmee een dividendbetaling aan BCD AcquisitionCo betaalbaar wordt gesteld ter hoogte van (i) de
- Stap 3: de overdracht van de Bonds en de
- Stap 4: de betaling van transactiekosten aan verschillende bij het akkoord betrokken adviseurs en dienstverleners.
- Stap 5: het leveren van de aandelen in BCDC aan [naam 3] , waarna een bedrag van USD 2.000.000 wordt voldaan aan BCDC ter financiering van toekomstige operationele kosten.
onzekerheid” die gemoeid zou zijn met de mogelijkheid dat een afschrijving op de Bonds “
niet belastingneutraal” zou zijn en “
mogelijk” een met vennootschapsbelasting belaste kwijtscheldingswinst voor haar zou opleveren, voor [naam 3] en haarzelf niet acceptabel waren. Met de nu gekozen structuur – via het toekennen van de Calloptie op de Bonds en het doorlopen van het hiervoor beschreven vijfstappenplan – stelt BCDC in staat te zijn de Bonds op “
belastingneutrale wijze” teniet te laten gaan. Ook heeft BCDC erop gewezen dat de herstructurering hiermee op een voor de, bijna uitsluitend buitenlandse, professionele beleggers, herkenbare wijze is vormgegeven.
explanatory statement)– bevat alle door de wet vereiste informatie. Bovendien zijn de Bondholders ieder kwartaal schriftelijk geïnformeerd over de financiële situatie en de status van het Bio Instanbul Project. Het akkoord is onder meer – met de hulp van
information agentKroll – beschikbaar gesteld via de girale systemen en op een
website. De Bondholders hebben zich zodoende een geïnformeerd oordeel kunnen vormen over het akkoord en de financiële positie van BCDC.
voting record date)en 12 maart 2024 te 16.00 uur als sluiting van de stemtermijn. Door Kroll zijn de Bondholders gewezen op de stemprocedure en op de daarbij geldende, redelijke, termijnen. BCDC is van mening dat geen van de afwijzingsgronden bedoeld in artikel 384 lid 2 Fw zich voordoet. De verplichtingen uit het akkoord kunnen worden nagekomen, aldus steeds BCDC.
6.Benoeming van een deskundige
fraus legis(misbruik van recht) op?
7.Het deskundigenbericht
fraus legisof onrechtmatige belastingontwijking wordt geconstateerd. Het onderhavige akkoord is volgens de deskundige voornamelijk ingegeven door de wens een fiscaal nadeel te vermijden en om zodoende de schulden succesvol via de WHOA te kunnen saneren. Daarbij gaat het volgens de deskundige om een situatie waarvan de fiscale wetgever zelf ook onderkent dat dit fiscale nadeel ongewenst is en al heeft aangegeven (voor toekomstige gevallen) de fiscale belemmering te zullen wegnemen. Er is volgens de deskundige geen sprake van fiscale regelgeving, die specifiek gericht is of zou zijn op het 'bestrijden', of anderszins voorkomen, van dergelijke akkoorden of transacties. Er kan daarom niet worden gesproken van strijdigheid met doel of strekking van de fiscale wet of een wetsbepaling, aldus de deskundige.
“Het is naar mijn mening niet aannemelijk dat de keuze voor de manier waarop het onderhavige akkoord is vormgegeven als strijdig met doel en strekking van fiscale wet- en regelgeving moet worden aangemerkt in die zin dat sprake is van onrechtmatige belastingontwijking en/of dat deze keuze fraus legis (misbruik van recht) zou opleveren.”
8.Reactie BCDC op het deskundigenbericht
9.De verdere beoordeling
Lock-up agreementgesloten. Daarin wordt geregeld dat 1) de partijen bij die overeenkomst de transactie ondersteunen en de nodige maatregelen nemen om deze uit te voeren, 2) de Bondholders instemmen met het herstructureringsplan en 3) bij voltooiing van de transactie de partijen elkaar of de Trustee niet aan zullen spreken met betrekking tot de transactie.
Lock-up agreementkan vragen oproepen ten aanzien van de klassenindeling. Als in een dergelijke overeenkomst voordelen worden beloofd aan partijen die vooraf met een akkoord instemmen, moet worden nagegaan of daardoor “de rechten die zij op basis van het akkoord aangeboden krijgen zodanig verschillend zijn dat van een vergelijkbare positie geen sprake is”. BCDC heeft ter zitting verklaard dat aan de Bondholders die partij zijn geworden bij de
Lock-up agreementgeen extra tegemoetkomingen zijn toegezegd.
niettot stand komt. De gepresenteerde liquidatiewaarde gaat uit van de waarde van de BCDC zelf in faillissement. Dit uitgangspunt is op zichzelf bezien weliswaar juist, omdat bij het presenteren van de liquidatiewaarde van BCDC in beginsel niet de rechten van de Bondholders op derden worden meegenomen (vgl. artikel 375 lid 1 sub f Fw). Het had naar het oordeel van de rechtbank evenwel meer voor de hand gelegen wanneer in de informatievoorziening in het akkoord rondom de liquidatiewaarde (ook) uitdrukkelijk de waarde van het vastgoed van de dochtervennootschappen was betrokken, omdat in dit geval nu juist (mede) de rechten van de Bondholders op eigendommen van de dochtervennootschappen in het akkoord worden ontnomen.