Op 24 juli 2024 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Poolse autoriteiten. Het EAB, dat op 15 september 2023 is uitgevaardigd, betreft de aanhouding en overlevering van een opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1987. De rechtbank heeft op 10 juli 2024 de behandeling van het EAB gehouden, waarbij de officier van justitie, mr. W.H.R. Hogewind, aanwezig was, maar de opgeëiste persoon zelf niet. Zijn raadsvrouw, mr. T.S.S. Overes, was wel aanwezig, maar niet gemachtigd om namens hem te spreken. De rechtbank heeft de termijn voor de uitspraak met 30 dagen verlengd.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en vastgesteld dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Het EAB is gebaseerd op een vonnis van de lokale rechtbank in Busko-Zdrój van 19 september 2022, waarin een vrijheidsstraf van vier maanden is opgelegd. De rechtbank heeft onderzocht of er weigeringsgronden zijn op basis van de Overleveringswet (OLW) en heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de rechtszitting die leidde tot het vonnis, waardoor de weigeringsgrond van artikel 12 OLW niet van toepassing is.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de vereisten van dubbele strafbaarheid en vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook onder Nederlands recht strafbaar is. Daarnaast heeft de rechtbank overwogen of er sprake is van een reëel gevaar voor een eerlijk proces in Polen, maar heeft geconcludeerd dat er geen individuele elementen zijn aangevoerd die dit gevaar aantonen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten dat het EAB voldoet aan de eisen van de OLW en dat er geen belemmeringen zijn voor de overlevering. De rechtbank staat de overlevering toe, en deze uitspraak is gedaan door mr. J.G. Vegter als voorzitter, met mrs. O.P.M. Fruytier en A.L. op ‘t Hoog als rechters, in aanwezigheid van griffier mr. C.W. van der Hoek.