ECLI:NL:RBAMS:2024:6351
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- E.M. de Bie
- P.K. Oosterling - Van der Maarel
- K.M.A. van der Heijden
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van mishandeling en openlijke geweldpleging na geslaagd beroep op noodweer
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 18 april 2024 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van mishandeling en openlijke geweldpleging. De tenlastelegging betrof een incident op 2 juli 2020 in Amsterdam, waarbij de verdachte [persoon 1] zou hebben mishandeld door hem in het gezicht te slaan en openlijk geweld zou hebben gepleegd tegen meerdere personen. Tijdens de zitting op 4 april 2024 heeft de officier van justitie gepleit voor een veroordeling, maar de verdediging stelde dat de verdachte zich had verdedigd tegen een ogenblikkelijke wederechtelijke aanranding, wat leidde tot een beroep op noodweer.
De rechtbank heeft de verklaringen van de betrokkenen en getuigen zorgvuldig gewogen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voldoende aannemelijk had gemaakt dat hij zich moest verdedigen tegen een aanval van [persoon 1]. De rechtbank concludeerde dat het slaan van [persoon 1] door de verdachte onder de omstandigheden van het geval proportioneel was en dat er geen sprake was van een openlijke geweldsituatie. Hierdoor werd het beroep op noodweer geaccepteerd, wat leidde tot vrijspraak van de verdachte voor beide tenlastegelegde feiten.
De benadeelde partij [persoon 2] had een vordering ingediend voor schadevergoeding, maar deze werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de verdachte werd vrijgesproken van de tenlastelegging. De rechtbank besloot dat zowel de benadeelde partij als de verdachte hun eigen kosten moesten dragen. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken op de zitting van 18 april 2024.