5.2Detentieomstandigheden in Polen
De rechtbank heeft bij uitspraak van 5 juni 2024 in een andere zaakgeoordeeld dat sprake is van een algemeen reëel gevaar van schending van de grondrechten van gedetineerden die in het
remand regimein Polen terechtkomen. Het kernpunt hierbij is dat in het
remand regimeslechts 3 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) in een meerpersoonscel is gegarandeerd voor de voorlopig gedetineerde, terwijl die veelal 23 uren op zijn cel doorbrengt. Verder is de onduidelijkheid over de termijn waarop de opgeëiste persoon contact met de buitenwereld kan bewerkstelligen een bijkomende verzwarende omstandigheid.
De vaststelling van een algemeen reëel gevaar voor schending van de grondrechten voor gedetineerden die terecht komen in het
remand regime, kan op zichzelf niet tot weigering van de overlevering leiden. Het enkele bestaan van gegevens die duiden op gebreken in dit regime, impliceert immers niet noodzakelijkerwijs dat, in een concreet geval, de grondrechten van de opgeëiste persoon bij overlevering zullen worden geschonden.
Teneinde te verzekeren dat de grondrechten in het concrete geval worden geëerbiedigd, is de rechtbank dan ook verplicht om vervolgens na te gaan of er, in de omstandigheden van het geval, gronden bestaan om aan te nemen dat de opgeëiste persoon na zijn overlevering aan Polen een reëel gevaar zal lopen van schending van zijn grondrechten gezien de omstandigheden in het
remand regimein Polen waar hij zal worden gedetineerd.
Op 24 december 2024 heeft het openbaar ministerie de uitvaardigende justitiële autoriteit de volgende vraag voorgelegd.
“Could you inform me whether [opgeëiste persoon] (should his surrender be authorized) will immediately begin serving the custodial sentences imposed on him in the cases VII K 686/21 (EAW ref. no. II Kop 120/23) and II K 272/21, VII Ka 277/22 (EAW ref. no. II Kop 117/24) and, consequently, will not be detained in a remand prison until after these custodial sentences have been served. Or will [opgeëiste persoon] first be detained in a remand prison with regard to the ongoing Polish criminal proceedings (II Kp 596/22, 4255-0.Ds.3325.2022)?”
Op 2 januari 2025 heeft de
Circuit Prosecutorin
Zielona Góradeze vraag als volgt beantwoord.
“In response to your email of December 24, 2024, regarding [opgeëiste persoon] , born on [geboortedag] , 1987 in [geboorteplaats] , prosecuted upon, among others, the European Arrest Warrant issued by the Circuit Court in Zielona Góra on November 20, 2023, under reference number II Kop 125/23, please be informed that after the possible surrender of [opgeëiste persoon] to Poland, he will be placed in a penitentiary unit of the Remand Center, as a temporarily arrested person in the case reference number 4255-0.Ds.3325.2022 of the District Prosecutor’s Office in [geboorteplaats] based on the decision of the District Court in [geboorteplaats] , reference number II Kp 596/22, dated January 20, 2023, on his temporary arrest for a period of 30 (thirty) days. The above circumstance will not, however, prevent the introduction of the sentences of imprisonment pronounced against him, in respect of which other European arrest warrants, processed by your party, have been issued. The introduction of individual sentences of imprisonment for execution and the determination of their order will be made by way of a decision of the Director of the penitentiary unit to which [opgeëiste persoon] will be sent. Such a decision may be made immediately after the aforementioned person has been placed in a penitentiary unit.”
Vervolgens heeft de
Circuit Prosecutorin
Zielona Górabij brief van 15 januari 2025 een individuele detentiegarantie verstrekt ten behoeve van de opgeëiste persoon, waarin is vermeld dat de opgeëiste persoon naar alle waarschijnlijkheid zal worden geplaatst in the
Remand Prisonin Zielona Gorá. Verder is daarin vermeld:
“In accordance with Article 110 § 1 of the Polish Executive Penal Code, an inmate is placed in a multi-person or single-person residential cell. Article 110 § 2 of the Polish Executive Penal Code states that the area of a residential cell per inmate is no less than 3 m2.
(…)
An inmate may participate in activities organized in the recreation room, in organized sports activities and create their own works, and - with the consent of the Head of the facility – produce and sell manufactured items. (...) Every day, each inmate is entitled to at least an hour’s walk, during which it is possible to use the sports equipment installed on the sports fields. Using the above-mentioned forms of activity, inmates can spend an average of 2.5 hours outside their cells every day. However, this time does not include other individual activities resulting from the implementation of visits, telephone calls, participation in procedural activities, providing medical services, educational and psychological talks, as well as employment, which largely depends on the individual situation of the inmate, as well as their attitude. Persons who stand out for their good behaviour and the way they respect internal order in the unit may, for example, be awarded prizes, such as a longer or additional walk or permission for a longer visit. It should be emphasized that in the event that an inmate takes up employment, for this reason alone they may stay outside their residential cell for up to 3 hours in the case of unpaid employment and up to 7 hours in the case of a decision on paid employment.”
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat op grond van artikel 11 OLW geen gevolg dient te worden gegeven aan het EAB omdat voor de opgeëiste persoon een gevaar bestaat dat zijn grondrechten worden geschonden na overlevering. Subsidiair dient de behandeling van het EAB aangehouden te worden om aanvullende informatie te verkrijgen van de Poolse autoriteiten.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de overlevering van de opgeëiste persoon kan worden toegestaan nu met de individuele detentiegarantie van 15 januari 2025 het vastgestelde algemene reële gevaar voor de opgeëiste persoon is weggenomen. Indien de opgeëiste persoon meedoet aan alle aangeboden activiteiten, kan hij aanzienlijk meer dan 2 uur per dag buiten zijn cel verblijven.
Oordeel van de rechtbank
Uit de bovengenoemde individuele detentiegarantie van 15 januari 2025 volgt dat de opgeëiste persoon na overlevering naar alle waarschijnlijkheid in het
remand regimezal worden geplaatst in de detentie-instelling Zielona Góra. De opgeëiste persoon zal daar tenminste 3 m2 persoonlijke celruimte (exclusief sanitair) krijgen. Nu niet is gegarandeerd dat de opgeëiste persoon aldaar 4 m2 persoonlijke ruimte (exclusief sanitair) tot zijn beschikking zal krijgen, gaat de rechtbank ervan uit dat de opgeëiste persoon tussen 3 m2 en 4 m2 persoonlijke celruimte in een meerpersoonscel (exclusief sanitair) zal krijgen.
Verder volgt uit de individuele detentiegarantie van 15 januari 2025 dat de opgeëiste persoon één uur per dag kan wandelen en daarnaast kan deelnemen aan activiteiten buiten zijn cel. De opgeëiste persoon kan op deze manier gemiddeld 2,5 uur per dag buiten zijn cel doorbrengen. De rechtbank leidt uit de detentiegarantie van 15 januari 2025 af dat de opgeëiste persoon daarbovenop in ieder geval 3 uur onbetaald werk kan verrichten in detentie. Indien de opgeëiste persoon van deze mogelijkheid gebruikmaakt, zal hij – naast het hiervoor genoemde gemiddelde van 2,5 uur per dag – nog eens 3 uur per dag buiten zijn cel kunnen doorbrengen.
Uit het voorgaande concludeert de rechtbank dat is gegarandeerd dat de opgeëiste persoon tenminste 2 uur per dag buiten zijn cel kan doorbrengen. Gelet daarop is de rechtbank van oordeel dat voor de opgeëiste persoon het vastgestelde reële gevaar van schending van zijn grondrechten wegens de detentieomstandigheden in het Poolse
remand regimeis weggenomen.