Op 25 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een Poolse burger op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de District Court in Wrocław. De zaak betreft de vordering van de officier van justitie tot behandeling van het EAB, dat op 17 april 2024 was uitgevaardigd. De opgeëiste persoon, geboren in 1982 in Polen, was op dat moment gedetineerd in een Nederlandse penitentiaire inrichting.
De behandeling van het EAB vond plaats op verschillende zittingen, waarbij de rechtbank de termijn voor uitspraak heeft verlengd en de gevangenhouding heeft bevolen. Tijdens de zitting op 8 januari 2025 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.G. Koopman. De rechtbank heeft op 22 januari 2025 een tussenuitspraak gedaan, waarin zij de detentieomstandigheden in Polen heeft beoordeeld en vragen heeft gesteld aan de Poolse autoriteiten.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen algemeen gevaar bestaat voor schending van de grondrechten van gedetineerden in de gevangenis in Barczewo, ondanks eerdere zorgwekkende rapporten. De rechtbank concludeert dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank staat daarom de overlevering van de opgeëiste persoon toe aan de Poolse autoriteiten.